Gebruik Van De Machine - Scheppach HF50 Betriebsanleitung

De sponning afstellen, afb. 19, 20
• De sponning moet worden gestopt volgens de
grootte van het werkstuk en het freesgereedschap.
• Maak de twee kunststof kopschroeven (b) aan de
achterkant van de aanslag los.
De aanslagen en drukinrichtingen moeten dus-
danig worden ingesteld dat ze een veilige gelei-
ding van het werkstuk op het in- en uitgangsdeel
van de machine kunnen waarborgen.
Afb. 20
• Duw de sponning achteruit of vooruit vanuit de ge-
wenste stand. Gebruik schaal (c) op de tafel om de
afstand te bepalen en let op het centrale boorpunt.
• Draai de twee kunststof kopschroeven (afb. 19, b)
aan de achterkant weer vast, om de aanslag in
deze positie te houden.
De sponning afstellen voor fouten, afb. 19, 20
• Fout van hout is het materiaal dat is achtergeble-
ven wanneer de boor uit het hout komt, dunner dan
het materiaal, aan de rechterzijde.
• De linker aanslaglijst moet worden afgesteld naar
dunner materiaal dat het werkstuk ondersteunt en
een meer nauwkeurige snede garandeert. Maak
hiervoor de kunststof kopschroeven (b, c) los, duw
de aanslag naar voren en maak deze vast.
Installeren en afstellen van de druklimieten,
afb. 21
• De druklimieten (5) zijn zo ontworpen dat het werk-
stuk wordt vastgehouden op het punt en terug-
springen wordt vermeden.
• Frees naar de laagste positie brengen
• Het te bewerken werkstuk plaatsen en het drukpro-
fiel met enige spanning tegen het werkstuk druk-
ken.
• Werkstuk verwijderen.
• Frees op de gewenste hoogte instellen (zie: Instel-
len van de werkdiepte).
De spanmal van de kortzaag afstellen, afb. 22
• Schuif de spanmal van de kortzaag horizontaal
langs de tafel (8) om opruimingsfouten en ver-
steksneden te implementeren.
• Om de mal te stoppen op de gewenste hoek,
maakt u de vergrendelingknop van de spanmal
van de kortzaag los en draait u deze naar de ge-
wenste hoek.
Maak de vergrendelingknop van de spanmal (8)
opnieuw vast.
Fig. 21
• Maak altijd een voorbeeldsnede in een stuk afval-
materiaal om zeker te zijn dat de posities juist zijn.
In- en uitschakelen, afb. 18
Controleer of alle sleutels en afstelgereedschappen
uit de buurt van de reservetafel liggen, de posities
volledig zijn geïnstalleerd en alle veiligheidskleppen
worden behouden.
O - uit
I - op
Deze machine gebruikt een elektromagnetische
schakelaar voor optimale beveiliging; Wanneer de
stroom wordt onderbroken, stopt de machine onmid-
dellijk. Om de machine opnieuw te starten, drukt u
opnieuw op de groene knop.

Gebruik van de machine

• Plaats een geschikte frees in de werktuigopname
en beveilig deze door de moer (afb. 17, pos. 14)
van de werktuigopname stevig aan te halen.
• Stem de snijmessen af en maak ze vast.
• Regel de snelheid en stel de uitvoergeleider zo af,
dat het gezaagde materiaal wordt ondersteund en
een compensatie voor het verwijderde materiaal
wordt bereikt.
• Zet de machine aan.
• Controleer of het werkstuk stevig tegen de gelei-
der is gedrukt.
• Duw het werkstuk zacht van rechts naar links te-
gen de draairichting van het gereedschap in.
• Houd uw voortbewegende snelheid constant. Duw
niet te snel omdat dit de motor te veel zou vertra-
gen.
• Als u het werkstuk te snel toevoert, zal dat leiden
tot een slechte zaagkwaliteit. Er is ook een risico
op schade aan de snijmessen of de motor.
• Als u het werkstuk te langzaam toevoert, kan dit
leiden tot brandvlekken op het werkstuk.
• Met extreem hard hout en grote sneden kan het
nodig zijn progressief te werken in meerdere sne-
den tot de gewenste diepte is bereikt.
• De juiste inlaatsnelheid is afhankelijk van de groot-
te van het mes, het materiaaltype van het werkstuk
en de snijdiepte. Het wordt aanbevolen om eerst
te oefenen met een stuk houtafval om de juiste in-
voersnelheid en afmetingen te bepalen.
• Schakel de machine uit door op de rode klep te
drukken.
• De machine is uitgerust met een overbelastings-
schakelaar (13) ter bescherming van de motor. In
het geval van een overbelasting stopt de machine
automatisch. Na enige tijd kan de overbelastings-
schakelaar (13) weer worden gereset.
Symbolen
De modelplaat op uw machine kan symbolen bevat-
ten. Ze bevatten belangrijke informatie betreffende
het gebruik van de machine.
Draag oorbescherming, een veiligheidsbril en een
ademhalingsmasker.
Leef de toepasselijke veiligheidsnormen na.
Schoonmaak, Onderhoud
Algemene onderhoudswerkzaamheden
Veeg van tijd tot tijd met een doek houtkrullen en stof
van de machine af. Olie om de levensduur van het
apparaat te verlengen eenmaal per maand de draai-
ende delen. De motor niet oliën.
105
NL