Conrad Electronic 75 11 44 Bedienungsanleitung Seite 77

4. Opnameduur („Motion Detect Count")
Met deze optie stelt u de opnameduur bij bewegingsherkenning in.
• Kies met de pijltoetsen links/rechts van de sturing (S) de optie „Motion Detect Count".
• Druk op de toets „SET" (H), om te kiezen tussen een opnameduur van 1, 3 of 5 seconden. Het getal
tussen haakjes geeft daarbij de gekozen opnameduur aan.
5. Opname-interval („Motion Detect Interval")
Met deze optie stelt u in, met welke minimale tussenpozen de opname bij bewegingsdetectie moet
gebeuren.
• Kies met de pijltoetsen links/rechts van de sturing (S) de optie „Motion Detect Interval".
• Druk op de toets „SET" (H), om te kiezen tussen een minimale tussenduur van 1, 3 of 5 seconden.
6. Gevoeligheid van de bewegingsherkenning („Motion Detection Sensitivity")
• Kies met de pijltoetsen links/rechts van de sturing (S) de optie „Motion Detect Sensitivity".
• Druk op de toets „SET" (H) om naar het instellingsmenu voor de gevoeligheid van de bewegingsher-
kenning te gaan.
• Selecteer met de pijltoetsen omhoog/omlaag van de sturing (S) de gewenste gevoeligheid voor de
bewegingsherkenning (Target Value).
Houd er rekening mee, dat de gevoeligheidsstappen van 01 - 99 instelbaar zijn.
Zeer gevoelig = stap 01, zeer ongevoelig = stap 99.
De aanduiding „Current Value" geeft aan, welke de momenteel ingestelde bewe-
gingsgevoeligheid is. Als de aangegeven waarde „Current Value" de ingestelde
waarde „Target Value" overschrijdt, vindt er opname plaats.
Het ingestelde bewegings-detectiegebied wordt omgeven met een stippellijn.
• Druk op de toets „SET" (H) om de instelling te bevestigen.
Optie „EXIT"
Mit deze optie keert u terug naar de weergave-modus.
• Kies met de pijltoetsen links/rechts van de sturing (S) de optie „EXIT".
• Druk op de toets „SET" (H), om de instellingsmodus te velaten, en naar de weergavemodus te gaan.
77