b) Montage
Zoek een geschikte plaats voor het codeslot, waar vandaan het systeem kan worden
bediend.
Draai de schroef (3) van de bedieningseenheid los met een passende schroevendraai-
er.
Verwijder de afdekking van de achterkant van de bedieningseenheid.
Gebruik de boorgaten van de afdekking als boorsjablonen en teken de gaten voor de
bevestigingsboringen.
Controleer of op de gekozen boorplaatsen geen buizen, elektriciteits- of wa-
terleidingen enz. aanwezig zijn.
Verwijder de afdekking weer en boor de bevestigingsgaten.
Leg afhankelijk van de gewenste toepassing de noodzakelijke kabels.
Schroef de afdekking vast met de meegeleverde schroeven. Gebruik indien nodig plug-
gen.
Om bij de aansluitstrips 1 en 2 te komen, draait u de vier binnenste schroeven van het
codeslot los en neemt u de tegen spatware beschermende afdekplaat van het slot.
110