Herunterladen Diese Seite drucken

E) Alarmablauf; F) Bewegungsmeldung; G) Aufnahmeablauf - Conrad 75 10 87 Bedienungsanleitung

Funk kameraset + usb-converter
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 75 10 87:

Werbung

E) Alarm Schedule (Alarmablauf)
Innerhalb dieses Menüpunkts können Sie Zeitabschnitte festlegen, in denen bei Erfassung von etwas Ungewöhnlichem ein
Alarm ausgelöst wird. Aktivieren Sie dazu die Option „Alarm invoked in the List period". Sie können dann folgende Einstellungen
vornehmen:
Erstellen Sie einen neuen Zeitabschnitt.
Add (Hinzufügen)
Ändern Sie den ausgewählten Zeitabschnitt.
Modify (Ändern)
Löschen Sie den ausgewählten Zeitabschnitt.
Delete (Löschen)
Löschen Sie alle Zeitabschnitte.
Clear (Alles löschen)
F) Motion Detection (Bewegungsmeldung)
Innerhalb dieses Menüpunkts können Sie den Monitorbereich und die Empfi ndlichkeit bezüglich der Umgebungsbedingungen
einstellen.
Stellen Sie den Bereich ein, innerhalb dessen die Bewegungsmeldung bei Erfassung von
Motion Detection
etwas Ungewöhnlichem den Alarm auslöst.
Area Setting
(Umgebungseinstellung für
Bewegungsmelder)
Bearbeiten Sie den Bereich der Überwachung.
Edit (Bearbeiten)
Stellen Sie die Empfi ndlichkeit ein, bis ein Alarm ausgelöst werden soll.
Detection Sensitivity
(Empfi ndlichkeit des
Bewegungsmelders)
Der grüne Bereich zeigt den momentan gemessenen Lautstärkepegel an und die rote
Sensivity Indication
Linie die von Ihnen eingestellte Empfi ndlichkeit. Wenn der Lautstärkepegel die rote Linie
(Empfi ndlichkeits-Anzeige)
übersteigt, wird ein Alarm ausgelöst und das Programm gibt einen Piepton aus.
G) Record Schedule (Aufnahmeablauf)
Innerhalb dieses Menüpunkts können Sie Zeitabschnitte festlegen, in denen eine Aufnahme auf die lokale Festplatte erfolgen
soll. Die Option „Enable Record in the List Period" muss ausgewählt sein.
Erstellen Sie einen neuen Zeitabschnitt.
Add (Hinzufügen)
Ändern Sie den ausgewählten Zeitabschnitt.
Modify (Ändern)
Löschen Sie den ausgewählten Zeitabschnitt.
Delete (Löschen)
Löschen Sie alle Zeitabschnitte.
Clear (Alles löschen)
12
6. Opstellen en aansluiten van de apparaten
Zoek een geschikte montageplaats voor de camera van waaruit het gewenste object moet worden geobserveerd.
Een geschikte montageplaats heeft de volgende kenmerken:
zo stofvrij mogelijk
weinig trillingen
goede ventilatie
in de buurt bevindt zich een stopcontact
Kies voor een montageplaats die niet door bijvoorbeeld muren van gewapend beton, bedampte spiegels, ijzeren
stellingen enz. wordt afgeschermd. In de nabijheid van de zender resp. ontvanger mogen zich geen apparaten met
sterke elektrische velden bevinden, bijv. draadloze telefoon, zendontvangapparaat, elektrische motor enz.
De bovengenoemde punten kunnen de draadloze overdracht sterk verstoren resp. het bereik beperken.
A) Montage van de draadloze camera
Let op dat bij het boren van montagegaten en bij het indraaien van de schroeven geen elektrische kabels,
leidingen, buizen e.d. die in de muur kunnen lopen niet worden beschadigd.
Bevestiging van de wandbevestiging:
1.
Zoek een geschikte montageplaats (evt. met stopcontact)
2.
Schroef de wandhouder met de bijgeleverde schroeven aan een geschikte muur
of op een geschikte verhoging; gebruik eventueel pluggen.
3.
Plaats de statiefschroefdraad van de wandhouder (9) in het schroefgat van de
camera (3) en schroef beide delen aan elkaar vast.
4.
Positioneer de camera en draai de knevel aan de zijkant vast.
Richt de camera niet direct op fel zonlicht of felle verlichtingen, omdat het
beeld hierdoor overgemoduleerd kan raken.
B) Aansluiting van de draadloze camera
Afgezien van de draadloze camera is de netadapter niet weerbestendig. Zorg bij de montage van de
netadapter voor een droge omgeving (evt. weerbestendige behuizing o.i.d.).
1.
Verbind de laagspanningsstekker van de netadapter (8) met de voedingsspanningsbus van de camera (4).
2.
Steek de netadapter in een geschikt stopcontact
3.
De camera is nu gebruiksklaar.
C) Aansluiting van de ontvanger
1.
Verbind de stekker met lage spanning van de netadapter (16) met de voedingsspanningsbus van de ontvanger (11).
2.
Steek de netspanningsadapter (16) in een geschikte wandcontactdoos.
3.
De ontvanger is nu klaar voor gebruik.
D) Aansluiting op een opnameapparaat
1.
Verbind de A/V-kabel (17) zoals afgebeeld met de A/V cinchingang van een
geschikt opneemapparaat of TV-systeem en met de A/V uitgangsconnector (12)
van de ontvanger (witte connector = audio (geluid in mono), gele connector =
video).
2.
Verbind de laagspanningsconnector van de netspanningsadapter (16) met de
voedingsconnector van de ontvanger (11).
3.
Steek de netadapter (16) in een geschikt stopcontact.
Gebruik voor de verlenging alleen hiervoor geschikte afgeschermde
cinchkabels. Bij gebruik van andere kabels kunnen zich storingen
voordoen. Houd de kabellengte zo kort mogelijk.
1 2 3 4
DC IN
A/V
CH
OFF
7.5V 300mA
OUTPUT
ON
45

Werbung

Kapitel

loading