LaserLiner AutoControl-Master ACM Bedienungsanleitung Seite 28

Kalibrering
Controle en kalibrering
Aanwijzing: De ACM is een kwaliteitsrotatielaser en wordt in de fabriek 100%
ingesteld binnen de opgegeven tolerantie. Om redenen van productaan-
sprakelijkheid willen we u wijzen op het volgende: controleer de kalibre-
ring regelmatig voor het gebruik na transporten en langere opslag.
Controle en kalibrering
X-/Y-As
1. Apparaat met de te controle-
ren as in de richting van de
doelmuur zetten
2. Punt 1 op de doelmuur mar-
keren
3. Apparaat exact 180o draaien
(zonder de statiefhoogte te
verstellen)
4. Punt 2 op de doelmuur markeren
5. Afdekking van de kalibreerpotentiometer verwijderen.
x y z Met potentiometer X resp. Y de gewenste as corrigeren tot in het midden
M tussen punten P1 en P2. Elektronisch kalibratie zie pag. 29.
Z-As
Bepaling van referentiemerktekens
1. Apparaat horizontaal in het midden
tussen twee doelen zetten
2. Ref.-merkteken A aan doel A (b.v.
meetlat) markeren
3. 3. Apparaat 180° draaien zonder de
hoogte te verstellen
4. Ref.-merkteken B aan doel B (b.v.
muur) markeren
Kalibrering
1. Apparaat verticaal in de buurt
van doel A positioneren
2. De afstand van de laserstraal
(door punt A ) naar ref.-merkte-
2
ken A meten
3. De gemeten afstand overdra-
gen op muur B (punt B
Afdekking van de kalibreerpotentiometer verwijderen.
Door middel van potentiometer Z de hoogte van de straal op het nieuw
x y z
gemarkeerde punt B
28
).
2
zetten. Elektronisch kalibratie zie pag. 29.
2
min. 20 - 30 m
A
½ L
min. 20 - 30 m
A
A
2
B
½ L
B
2
NEDERLANDS
P1
M
P2
B