B) Individuele Adressering Van De Lichteffecten - Renkforce Show Design 2 Bedienungsanleitung

Wanneer u aan meerdere lichteffecten hetzelfde startadres toewijst, werken ze synchroon.
Aan lichteffecten 1-29 zijn dus telkens 18 DMX-kanalen toegewezen (vb. lichteffect 1 = DMX-ka-
naal 1-18, lichteffect 2 = DMX-kanaal 19-36, etc.)
Aan lichteffecten 30-32 werden nog geen startadressen toegewezen. Dit kan echter ook manueel
gebeuren (zie „Individuele adressering van de lichteffecten").
b) Individuele adressering van de lichteffecten
De hierboven beschreven toewijzing van de startadressen kan ook individueel worden gewijzigd.
• Druk ongeveer 2 seconden op de toets MENU/ESC (5) om in het menu te komen.
• Het scherm (12) toont het eerste menupunt „01. Patch fixture" aan (als dit niet het geval is, selecteert u
dit punt met de draairegelknp PAN (11)).
• Druk op de toets REC/ENTER (4), het scherm (12) geeft PLEASE SELECT FIXTURE weer.
• Druk op de selectietoets 1-16 (9) van het lichteffect, waarvan het DMX-startadres moet worden veran-
derd.
Om de lichteffecten 1-16 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau A worden gekozen. Om de
lichteffecten 17-32 te kiezen, moet met toets PAGE (10) niveau B worden gekozen.
• Op het scherm (12) worden het geselecteerde lichteffect (FIX) en het toegewezen DMX-startadres (ADR)
weergegeven.
Wanneer aan het lichteffect nog geen DMX-startadres werd toegewezen (lichteffect 30-32),
geeft het scherm NO PATCH ADRESS weer
• Stell met de draairegelknop PAN (11) het gewenste DMX-startadres voor het gekozen lichteffect in.
Wanneer een reeds gegeven adres wordt gekozen, geeft het scherm (12) naast het adres een
uitroepteken weer.
• Druk op de toets REC/ENTER (4) om de instelling op te slaan. Alle LED's knipperen kort om aan te duiden
dat het opslaan is geslaagd.
• Herhaal de beschreven werkwijze, indien nodig, om andere lichteffecten opnieuw te adresseren.
• Nadat u alle wijzigingen hebt uitgevoerd, drukt u ongeveer twee seconden op de toets MENU/ESC (5) om
het menu opnieuw te verlaten.
102