Nederlands
Error indicatie 5
Error indicatie 6
Lader werkt geheel niet.
Het power ledje licht op, maar
de lader werkt niet.
De lader geeft de juiste
indicatie aan, maar de accu
wordt niet bijgeladen.
De lader geeft niet de juiste
spanning (en stroom) af.
Lader levert niet zijn
maximale laadstroom.
Accu komt niet vol, de rode of
gele led blijft, na verloop van
tijd, oplichten.
U meet een te hoge spanning
op de aansluitbouten
13
Accu mogelijk gesulfateerd.
Temp.sensor defect.
Lader staat ingesteld voor
een temperatuursensor maar
deze is niet aanwezig.
Geen netspanning aanwezig.
Te lage netspanning.
De lader is bezig met de soft
start.
Te lage netspanning.
De accu is stuk.
Er staan zware verbruikers/
belasters aangesloten op de
accu.
De lader is te licht voor de
accu.
De acculader compenseert
automatisch de spanningsval
over de aansluitkabels.
Houdt de error aanduiding bij
de volgende ladingen in de
gaten. Blijft deze error
voorkomen laat dan de accu
controleren/vervangen.
Vervang de temp.sensor.
- controleer het ingestelde
laadprogramma.
- controleer de verbinding.
- Controleer de netspanning,
deze dient hoger te zijn als
180VAC (95VAC bij 115VAC
input)
- controleer de zekering aan
de achterzijde van de lader.
Controleer de netspanning,
deze dient hoger te zijn als
180VAC (95VAC bij 115VAC
input).
3 minuten na inschakeling
van de lader is de juiste
lading waar te nemen.
Controleer de netspanning.
Onder een spanning van
200VAC (100VAC bij 115VAC
input) zal de lader niet zijn
volledige laadstroom kunnen
leveren.
Meet de zuurgraad van alle
cellen en vervang de accu
indien nodig.
Schakel zoveel mogelijk
verbruikers uit.
Raadpleeg uw dealer.
Meet de spanning op de
accupolen.