Het alarmsysteem is in tweeën verdeeld. Het ene alarmsysteem geeft alleen een lokaal alarm,
wat inhoudt dat de foutcodes alleen op het display worden weergegeven.
Het andere alarmsysteem geeft alarmmeldingen op het display, maar activeert ook de
potentiaalvrije alarmuitgang. Beide alarmsystemen fungeren onafhankelijk van elkaar.
Om een wijziging aan te brengen in de instellingen gaat u naar het menu door langer dan 3
P + 1
seconden op
nieuwe instellingen worden opgeslagen door op de
met
.
Menutoegang P + 1
Droogkoeling
Ontdooien
Lokale alarminstelling
Instellingen extern
alarm
Temperatuur offset
(voelercompensatie)
Begeleidende
alarmlimieten.
Aantal
rijpverwijderingen
765041471
te drukken. De waarden worden gewijzigd met de
dC
H0/H1
UF
on/off
LAL
LHL
LHd
dA
dAd
BU
EAL
EHL
ELL
EHd
ELd
CAL CA
ALL
FAS/
ESC
dEF
4
Rev. 000
P
-toets te drukken. U verlaat het menu
Activeren van het
droogkoelingsprogramma. ( H0 =on;
H1 =off)
Activering van het ontdooiprogramma.
(on/off)
°C
Instelling van de bovenste alarmlimiet.
Bij een alarm verschijnt op het display:
A2
min.
De tijdvertraging voor de bovenste
alarmlimiet.
On/off
Activatie van lokaal deuralarm Bij een
alarm verschijnt op het display: A1
(1=on / 0=off)
min.
De tijdvertraging voor het deuralarm.
On/off
Activatie van akoestisch alarm. Het
alarmsignaal gaat af bij de alarmen A1,
A2. (1=on / 0=off)
°C
Instelling van de bovenste alarmlimiet.
Bij een alarm verschijnt op het display:
A3
°C
Instelling van de lagerste alarmlimiet.
Bij een alarm verschijnt op het display:
A4
min.
Tijdvertraging voor de bovenste
alarmlimiet.
min.
Tijdvertraging voor de lagerste
alarmlimiet.
K
-5...+5 K
Activatie van begeleidende
alarmlimieten.
FAS = vergrendelde limieten / ESC =
volgt temperatuurinstelling.
Aantal rijpverwijderingen per dag.
-
+
of
-toetsen. De
106