Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Einstellung des Überblendreglers:
Drücken Sie die Taste SEL (21), bis die
FAD-Anzeige (31) blinkt.
Stellen Sie mit der Taste UP/DOWN (24)
das
gewünschte
Lautstärkeverhältnis
zwischen vorne und hinten ein.
Einstellung der Empfindlichkeit für die Spektrumanzeige (38):
Drücken Sie die Taste SEL (21), bis die
Anzeige für die Anzeigeempfindlichkeit
SENS (32) blinkt.
Stellen Sie mit der Taste UP/DOWN (24)
die Anzeigeempfindlichkeit ein.
Ein- bzw. Ausschalten des Ausgangs SUBWOOFER LINE-OUT (4):
Drücken Sie die Taste SEL (21), bis die
Anzeige für den Subwoofer SUB ON (33)
blinkt.
Schalten Sie mit der Taste UP/DOWN
(24) den Subwooferausgang (4) ein bzw.
aus.
Einstellung des Equalizers:
Drücken Sie die Equalizertaste (28), die
Sie verstellen möchten.
Stellen Sie mit der Taste UP/DOWN (24)
den gewünschten Level der gewählten
Frequenz ein.
20
Drücken am oberen Ende verringert die
Lautstärke der hinteren Lautsprecher,
Drücken am unteren Ende verringert die
Lautstärke der vorderen Lautsprecher.
Drücken am oberen Ende stellt eine
hohe Empfindlichkeit ein, Drücken am
unteren Ende verringert die Empfindlich-
keit.
Drücken am oberen Ende schaltet den
Ausgang ein, Drücken am unteren Ende
schaltet ihn aus (Anzeige SUB ON ver-
schwindet).
Die entsprechende Anzeige blinkt im
Display.
Drücken am oberen Ende erhöht den
Level, Drücken am unteren verringert
ihn.

Elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting dient door een vakman uitgevoerd te
worden.
Om kortsluitingen en de daaruit voortkomende beschadigingen
van het apparaat te vermijden, moet tijdens de aansluiting de min-
pool (massa) van de autoaccu afgeklemd worden.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan, als u het apparaat vol-
ledig aangesloten en de aansluiting gecontroleerd heeft.
Gebruik voor het testen van de spanning op boordspanningsdra-
den in de auto alleen een voltmeter of een diodetestlamp, omdat
normale testlampen te hoge stromen opnemen en zo de boord-
elektronica in de auto zouden kunnen beschadigen.
Let erop, dat kabels niet langs scherpe randen schuren, gebruik
bij doorvoeringpunten rubberen tulen.
Om storende invloeden van de dynamo of een andere elektrische
installaties van het voertuig te vermijden, dient de stroomvoorzie-
ning van het apparaat direct via de boordaccu te lopen. Dit wil
zeggen, dat er geen andere verbruikers, zoals bijv. ventilatoren,
ruitenwissers enz. via dezelfde kabel als de versterker van span-
ning voorzien mogen worden.
Gebruik voor de aansluiting van de stroomvoorziening en massa
aansluitkabels een zo groot mogelijke kabeldoorsnede. De nood-
zakelijke kabeldoorsnede is afhankelijk van de vermogensbehoef-
te van de aangesloten componenten. Als er kabels met een te
kleine doorsnede gebruikt worden, kan dit in ongunstige gevallen
leiden tot het doorbranden van een kabel. Bovendien leidt de ver-
hoogde ohmse weerstand van kabels met een te kleine doorsne-
de tot onnodig vermogensverlies.
Een extra zekering in de plusleiding is beslist noodzakelijk (bijv.
met zekeringhouder bestnr. 32 10 60, niet bij de levering inbegre-
pen). De zekering moet zo dicht mogelijk bij de accu geplaatst
worden. Als zich een kortsluiting voordoet (bijv. aansluitkabel
doorgeschuurd) onderbreekt de zekering de plusleiding, bescha-
diging van de accu of brand in de kabels wordt daardoor verhin-
derd. De grootte van de zekering wordt bepaald door het stroom-
verbruik van de aangesloten apparaten van de autohifi-installatie.
77

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

37 60 74

Inhaltsverzeichnis