Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verbinden Sie den Stromversorgungsan-
schluß GND (12) mit der Minusklemme
(Masse) der Batterie oder mit der Fahr-
zeugkarosserie.
Verbinden Sie das Bedienteil mit dem
Autoverstärker.
Kurzanleitung:
• verbinden Sie den Stromversorgungsanschluß B+ (10) mit +12V
• verbinden Sie den Stromversorgungsanschluß REM (11) mit dem Antennensteu-
erausgang des Autoradios
• verbinden Sie den Stromversorgungsanschluß GND (12) mit Masse
• verbinden Sie mit Hilfe der beiliegenden Anschlußleitung das Bedienteil mit dem
Anschluß REMOTE CONTROLLER (8) am Autoverstärker
12
+12V anliegt. Inzwischen besitzen fast
alle Autoradios einen solchen Antennen-
steuerausgang (Steueranschluß für eine
Motorantenne). An diesem Ausgang liegt
nur eine Spannung von +12V an, wenn
das Radiogerät eingeschaltet wird.
Falls Ihr Radio nicht über einen derarti-
gen Anschluß verfügt, ist ein zusätzlicher
Schalter notwendig, der den Stromver-
sorgungsanschluß REM (11) mit +12V
verbindet. Wählen Sie als Steuer-Span-
nungsquelle eine Klemme, die über das
Zündschloß geschaltet wird (Klemme 15
des Bordnetzes), so daß der Verstärker
bei ausgeschalteter Zündung ebenfalls
ausgeschaltet ist. Mit dem Schalter kann
der Verstärker dann, bei eingeschalteter
Zündung, ein- und ausgeschaltet wer-
den.
Achtung, da bedingt durch die immer
häufiger verwendete Klebetechnik bzw.
durch lackierte Metallteile die elektrische
Leitfähigkeit eingeschränkt wird, ist nicht
jedes Metallteil als Massepunkt geeig-
net.
Stecken Sie den runden Anschluß-
stecker des Bedienteils in die entspre-
chende
Kupplung
der
beiliegenden
Anschlußleitung für das Bedienteil.
Verbinden Sie den Westernstecker der
Anschlußleitung für das Bedienteil mit
dem Anschluß REMOTE CONTROLLER
(8) am Autoverstärker.
Bediening
Nadat alles aangesloten is en u de bedrading nogmaals gecontroleerd heeft, kunt u
de autoversterker voor de eerste keer in gebruik nemen.
Klem na de controle de minpool van de
accu weer vast.
Druk op de RESET-toets (7) op de auto-
versterker.
Schuif de gebruiksschakelaar CH 3,4 (1)
op de voor uw configuratie juiste positie.
Schakel de autoradio in.
Draai het volume van de autoradio op
ca. 75% van het maximale volume.
Stel nu het volume met de toets
UP/DOWN (24) aan het bedieningspa-
neel in.
Hierdoor wordt het volume op minimum
gezet en het apparaat op de vanaf
fabriek ingestelde waardes teruggezet.
FULL RANGE voor normaal gebruik.
SUBWOOFER voor gebruik van een
subwoofer aan luidsprekeraansluitingen
CH 3,4.
De groene POWER-LED (6) licht op.
De rode PROTECT-LED (5) gaat uit na
afloop van de inschakelvertraging.
Als de rode PROTECT-LED (5) niet uit-
gaat, is er een fout opgetreden. De ver-
sterker moet direct uitgeschakeld wor-
den. Controleer in een dergelijk geval
alle aansluitingen en luidsprekers. Als u
hierbij geen fout kunt vaststellen, vraag
dan een vakman om raad.
Drukken op het bovenste einde ver-
hoogd het volume, drukken op het
onderste einde verlaagd deze.
De VOL-weergave (30) op het bedie-
ningsdisplay veranderd desbetreffend.
Met deze instelling wordt een zo moge-
lijk hoge ruisafstand bereikt en maakt
een beste audiokwaliteit mogelijk.
Let er op, dat het maximum volume
afhangt van de capaciteit van de luid-
sprekers en van de versterker.
Door een te hoog volume kunnen zowel
de
luidsprekers
als
de
versterker
beschadigd worden.
Een overbelasting is door optredende
vervormingen makkelijk te horen.
85
Werbung
Inhaltsverzeichnis
