Werbung
Anschlußbelegung
XLR:
PIN 1 = Masse (GROUND)
PIN 2 = Negativ - (Cold)
PIN 3 = Plus + (Hot)
PHONO Eingänge (36)
Unsymmetrischer Eingang, zum Anschluß an Plattenspieler mit Magnetsystem.
Schließen Sie an die Buchse, die mit „R" bezeichnet ist, den rechten Ausgangskanal
des Plattenspielers an. Schließen Sie an die Buchse, die mit „L" bezeichnet, ist den
linken Ausgangskanal des Plattenspielers an.
Anschlußbelegung:
Klinke:
Spitze (TIP) = Plus (HOT)
Schaft = Masse
MIC Eingänge (36)
Unsymmetrische 6,3mm Mono-Klinkeneingänge zum Anschluß an Mikrofone.
Schließen Sie hier nur Mikrofone an, die keine Phantomspeisung benötigen.
Die Mikrofone müssen über eine hohe Impedanz (10 kOhm) verfügen.
Anschlußbelegung:
Klinke:
Spitze (TIP) = Plus (HOT)
Schaft = Masse
AUX Input Eingänge (43)
Cincheingänge zum Anschluß eines CD Spielers, Cassettendecks, etc.. Die Geräte
sollten über den Ausgang, der das Signal in LINE-Pegel liefert, an das Mischpult ange-
schlossen werden.
Schließen Sie an die Buchse, die mit „R" bezeichnet ist, den rechten Ausgang des
Cassettendecks an. Schließen Sie an die Buchse, die mit „L" bezeichnet, ist den lin-
ken Ausgang des Cassettendecks an.
Es kann an die mit „1" bezeichneten zwei Cinchbuchsen ein Cassettendeck ange-
schlossen werden. Ein weiteres Cassettendeck kann an die mit „2" bezeichneten zwei
Cinchbuchsen angeschlossen werden.
18
(33) REDUCTIE-regelaar
Deze draaiknop legt vast met welke waarde in de talkover-functie het signaal van de
kanalen wordt gereduceerd.
Stand „0 dB" = het signaal van de kanalen wordt niet gedempt.
Stand „-20 dB" = het signaal van de kanalen wordt met ca. 20 dB gedempt.
(34) DJ Microfoonbus
Op deze XLR-bus kan de DJ-microfoon worden aangesloten. Hiervoor geschikt is een
600 Ohm microfoon met XLR-aansluiting voor een symmetrisch (balanced) signaal.
(35) LINE- en microfooningangen
MIC BALANCE: Symmetrische XLR-microfooningangen (MIC BALANCE), kunnen elk
worden aangesloten op een microfoon met 600 Ohm impedantie en XLR aansluiting.
LINE: Asymmetrische 6,3mm LINE stekkerbussen om aan te sluiten op een instrument
met LINE-uitgang of op de cinchuitgang van een CD-speler, TUNER, etc.
(36) PHONO/microfooningangen
PHONO: Asymmetrische 6,3mm klinkstekker-ingang voor aansluiting op de audio-
cinchuitgang of de klinkstekker-uitgang van een platenspeler. De ingang voor het lin-
ker phono-signaal wordt gekenmerkt door een „L". De ingang voor het rechter phono-
signaal wordt gekenmerkt door een „R".
MIC: Asymmetrische 6,3mm klinkstekker-ingang voor aansluiting op een microfoon
met 10 kOhm impedantie.
(37) EFFect zend / RETURN bussen
Deze bussen maken de aansluiting van een extern effectapparaat mogelijk, zoals
echo, reverb, etc.
De met „SN" gekenmerkte bus is de „zend" bus, via welke het mengpaneelsignaal
wordt uitgezonden. Via de met „RT" gekenmerkte bus kan het m.b.v. het effectappa-
raat bewerkte signaal weer in het mengpaneel worden ingevoerd.
Het niveau van het zendsignaal is afhankelijk van de instelling van de afzonderlijke
effectregelaars (7) van de kanalen en van de instelling van de hoofd-zend-regelaar
(14).
Het niveau van het Return signaal is afhankelijk van de instelling van de hoofd-effect-
RETURN-regelaar (29). Het RETURN signaal wordt rechtstreeks op de MASTER groep
uitgevoerd.
(38) Equalizer ingangs- / uitgangsbussen
Deze bussen maken het inlussen van een externe equalizer mogelijk. Op de met „EQ
OUT" gekenmerkte bus komt het MASTER-mengpaneelsignaal uit. Via de met „EQ IN"
gekenmerkte bus wordt het m.b.v. de equalizer bewerkte signaal weer in het meng-
paneel ingevoerd. Het ingeluste signaal komt uit op de MASTER, SUB1 en SUB2
groep.
83
Werbung
Kapitel
