Inbedrijfstelling En Bediening - Storch Systeem HD Handbuch

4. De toevoerleidingen aansluiten
Let op!
Materiaal- en luchtslangen die met een slanghuls worden bevestigd, dient u ook nog
met een slangbeugel te beveiligen.
Uitvoering: vloeibeker, aanzuigbeker en hangende drukbeker
1. Bevestig de drukluchtslang op de luchtleiding (gezuiverde druklucht) of op een
luchtreiniger, alsook op de luchtaansluiting van het spuitpistool.
2. Vul de vloei-, aanzuig- of hangende drukbeker met het gezeefde materiaal. Doe de vloei- of
hangende drukbeker dicht.
3. Schakel de drukluchttoevoer in. Het pistool is nu klaar om te werken.
Uitvoering: materiaalaansluiting
1. Bevestig de drukluchtslang aan de luchtleiding (gezuiverde druklucht) of op een
luchtreiniger, alsook op de luchtaansluiting van het spuitpistool.
2. Bevestig de materiaaltoevoerslang op het materiaaldrukvat of op de materiaaldrukregelaar
van een pompinstallatie, alsook op de materiaalaansluiting van het spuitpistool.
3. Vul het materiaaldrukvat met materiaal en doe het deksel dicht.
4. Stel aan de drukluchtreduceerklep de gewenste materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via
pompsystemen wordt de materiaaldruk met behulp van een instelsleutel aan de
materiaaldrukregelaar ingesteld.
5. Draai de materiaalkraan aan het drukvat open.
6. Om de lucht uit de materiaalslang te laten ontsnappen, hanteert u de trekker tot er een
gelijkmatige materiaalstraal uit de sproeikop te voorschijn komt; dan kan u het pistool
weer sluiten. Het pistool is nu klaar om te werken.

5. Inbedrijfstelling en bediening

Let op:
Voor u het spuitpistool in bedrijf stelt, dient de volgende voorwaarde vervuld te zijn:
de materiaaldruk mag niet hoger ingesteld zijn dan 8 bar. De luchtdruk mag de 8 bar
niet overschrijden. Bij spuitpistolen met een hangende drukbeker mag de
materiaaldruk hoogstens 3 bar bedragen.
Opmerking:
1. Zet het spuitpistool in werking om een spuitpatroon uit te proberen. Het
spuitpatroon kan u op een proefwerkstuk, plaat, karton of papier proberen.
2. Controleer het spuitpatroon en verander eventueel de instellingen aan het
spuitpistool.
Voor u het spuitpistool bedient, moeten de hiernavolgende richtlijnen omtrent uw veiligheid in
acht worden genomen!
1 9 1 9
1 9 1 9 1 9