9. PROBLEEMWIJZER
LUIDSPREKER VAN DE HANDSET WERKT NIET MEER
(GEEN ONTVANGSTVOLUME)
• Zorg ervoor dat de ontvangstvolumeregelaar van de handset in de uiterste
stand staat en niet in het midden.
• Controleer of het meegeleverde telefoonsnoer werd gebruikt.
• Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten.
HET DISPLAY WERKT NIET
• Controleer of de batterij-connector correct werd aangesloten.
• Controleer of de batterijcontacten niet beschadigd of vuil zijn.
• Laad de batterij op via de snellaadprocedure zoals beschreven in
punt 7. Batterij.
LICHTINDICATOREN OP HET BASISSTATION WERKEN NIET
• Controleer of de adapter en telefoondraad in de correcte aansluitopeningen
van het basisstation aangesloten zijn.
• Controleer of de stroomvoorziening van de adapter in orde is.
• Controleer of de meegeleverde adapter werd gebruikt.
BASISSTATION BELT NIET / BIJ HET OPSTARTEN VAN DE SNELLAADPRO-
CEDURE HOORT MEN BIJ HET INDRUKKEN VAN DE PAGING-TOETS NA
5 SECONDEN GEEN BIEPTOON
• Controleer of de belvolumeregelaar van het basisstation niet in de UIT-positie
staat.
UITGAANDE OPROEPEN ZIJN NIET MOGELIJK / FOUTIEF KIESSYSTEEM
• Verander het kiessysteem (pulskiezen/toonkiezen).
SLECHTE VERBINDING
• De handset bevindt zich te ver van het basisstation, ga dichterbij.
20
U HOORT EEN ONDERBROKEN BIEPTOON TIJDENS HET GESPREK
• U bevindt zich te ver van het basisstation, indien u niet binnen 10 seconden
dichter bij het basisstation gaat, wordt het gesprek afgebroken.
• De 15-minuten-gespreksduurteller is misschien geactiveerd. Druk op een
numerieke toets (0-9) om het gesprek verder te zetten.
• Indien het batterijsymbool op het display van de handset verschijnt, dient de
batterij te worden opgeladen.
PROBLEEM MET DE RADIOVERBINDING TUSSEN DE HANDSET EN HET
BASISSTATION
8 ---- 22
• Geef de volgende code in:
STANDAARDINSTELLINGEN
• Om het toestel terug in te stellen op de standaardinstellingen, dient de
volgende code te worden ingegeven:
7 ---- 43
21
8 ---- 50
.