4
Houd BLUETOOTH OPR
op het aparaat gedurende
ongeveer 7 seconden ingedrukt
totdat het BLUETOOTH lampje
knippert.
Het geluid uitgevoerd door de
luidsprekers wordt onderbroken.
5
Voer het wachtwoord in.
Volg dezelfde procedure als in stap
4 van "Dit systeem paren met een
Bluetooth apparaat" (blz. 64).
Nadat het paren klaar is en de
verbinding tot stand is gebracht,
verandert het display van het systeem
als volgt:
"Connect" Naam van het
Bluetooth apparaat
Het invoeren van het wachtwoord
tussentijds afbreken
Druk op
Opmerkingen
In plaats van "Wachtwoord" kan ook "PIN-
code", "PIN-nummer", "Toegangscode",
enz. worden gebruikt, afhankelijk van het
apparaat.
Dit systeem biedt alleen ondersteuning voor
numerieke wachtwoorden van maximaal
4 cijfers.
De standby-stand van de paringsfunctie
van het systeem wordt na 30 seconden
geannuleerd. Als het paren niet met succes
werd voltooid, volgt u de procedure opnieuw
vanaf stap 1.
Gedurende een verbinding met een
Bluetooth apparaat, kan dit systeem niet
worden gevonden en kan een verbinding niet
tot stand worden gebracht met een ander
Bluetooth apparaat.
Paren kan onmogelijk zijn als zich andere
Bluetooth apparaten in de buurt van het
systeem bevinden. In dat geval schakelt u de
andere Bluetooth apparaten uit.
NL
.
Alle paringsregistratie-informatie
wissen
1
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
+/
om "BLUETOOTH" te kiezen
(of druk op BLUETOOTH
het apparaat).
Wanneer het systeem is verbonden
met een Bluetooth apparaat (wanneer
de Bluetooth apparaatnaam of
andere informatie wordt afgebeeld
op het display van het systeem),
houdt u BLUETOOTH OPR
het apparaat gedurende ongeveer
2 seconden ingedrukt om het systeem
in de Bluetooth standbyfunctie te
zetten.
2
Druk op CLEAR
"Delete?" wordt afgebeeld.
3
Druk op ENTER
"Complete!" wordt afgebeeld en alle
paringsregistratie-informatie is gewist.
Opmerking
Om na deze bediening een verbinding tot stand
te brengen met de Bluetooth hoofdtelefoon,
moet u het wachtwoord opnieuw invoeren.
op
op
.
.