2.1.3 HOUTHOEVEELHEDEN
Nominaal ver-
Bijvulhoeveelheid
Bijvulhoeveelheid**
warmingsver-
bij gebruik van
Productreeks* Productreeks* Productreeks* Productreeks* Productreeks*
kg/uur
mogen kW
houtbriketten
21
***
–
–
14
***
–
–
11
4,0 (4,5)
3,2
–
10
4,0
3,2
Mini Z1
9
3,5
2,8
–
8
3,0
2,4
–
7
2,5
2,0
Mini
6
2,5
2,0
Mini
5
2,0
1,6
–
*
Afhankelijk van het model van de productreeks, geldt alleen voor gesloten gebruik
**
Geldt vanaf het voor de eerste keer bijvullen. Bij het aanmaken van het vuur mag het 30 % meer zijn.
***
Als het nominale verwarmingsvermogen van uw inbouwhaard met water-warmtewisselaar niet vermeld is,
moeten de gegevens uit de extra montage- en gebruiksaanwijzing voor watervoerende inbouwhaarden gebruikt
worden.
Er mogen ook houtbriketten conform § 3 van de BImSchV (Duitse verordening inzake emissienormen) gebruikt
worden. Daaronder vallen pellets van puur hout in de vorm van houtbriketten conform DIN 51731 (okt. 1996).
1 kg beukenhout = ca. 1 blok hout met L = 0,33 m; ~
De omtrek van de verschillende blokken hout dient maximaal 30 cm te bedragen.
Bij het continu overschrijden van de bijvulhoeveelheid met meer dan 30 % kan er
schade aan de inbouwhaard of de haardinstallatie optreden. Wanneer u veel minder
dan de geadviseerde hoeveelheid hout gebruikt, kan er door de lagere temperatuur in
de verbrandingsruimte slechte verbranding en roetvorming op de ruiten optreden. A.u.b.
niet minder dan 70 % van de geadviseerde hoeveelheid hout gebruiken. Het conform EN
gecontroleerde nominale verwarmingsvermogen van uw inbouwhaard en de betreffende
modelreeks, vindt u in de offerte van uw leverancier of kunt u bij ons opvragen.
Hoofdstuk 2/3
Varia 1V
–
–
–
H
O XXL
2
Varia 1V
H
O XXL
2
–
–
–
Varia 2Lh/2Rh
H
O
2
Speedy
Varia
Arte
Ambiente
Speedy
–
Arte
Ambiente
Speedy
–
Arte
Ambiente
Speedy
–
Arte
Ambiente
Speedy
–
–
Ambiente
–
–
–
–
–
–
–
–
0,10 m.
NL 5
3. BRAND
3.1 EERSTE INBEDRIJFSTELLING
•
Controleer of alle bij de inbouwhaard geleverde documenten en accessoires uit de
verbrandingsruimte zijn verwijderd.
•
Lees de gebruiksaanwijzing voor wat betreft brandstoffen en andere relevante
onderwerpen zorgvuldig door (punt 2.1).
•
De eerste inbedrijfstelling dient in overleg met de installateur, die de installatie ge-
bouwd heeft, of nog beter, samen met hem te geschieden. Alle ommetselingsdelen
moeten hard geworden zijn, om scheuren of beschadigingen te voorkomen.
•
Als u geen verbrandingsluchtoevoer heeft, dan moet u voor voldoende ventilatie
in het betreffende vertrek zorgen, opdat er geen onderdruk in het vertrek ontstaat
en geen giftige rookgassen in het vertrek terechtkomen. LET OP! Bij geforceerde
luchttoevoer en-afvoer, toilet-ventilatoren en afzuigkappen zonder circulatiewer-
king eveneens gevaar van onderdruk!!!
•
Neem punt
3.2 AANSTEKEN
voor het optimaal doen branden van de inbouwhaard
in acht.
•
Wanneer u na afbouw van de installatie de inbouwhaard voor de eerste keer aan-
steekt, dient de temperatuur langzaam verhoogd te worden; vervolgens stookt u
deze volledig op, om een zo hoog mogelijke temperatuur te bereiken.
•
Bij dit eerste gebruik ontstaan onaangename luchtjes. Hierbij brandt de anti-corro-
siecoating van de inbouwhaard in het staaloppervlak. Dit is niet schadelijk voor de
gezondheid, maar ruikt niet prettig. Daarom dient u voor voldoende ventilatie in de
betreffende ruimte te zorgen.
•
LET OP! Tijdens het gebruik van de inbouwhaard wordt het oppervlak van de ruiten
en ommantelingen zeer heet: verbrandingsgevaar!
NL