Werbung
6
UITBOUW / TUNING
Inbouw van de tweeversnellingsbak
Bij het inbouwen van de tweeversnellingsbak moet naast het middendifferentieel (hoofdtandwiel) ook de koppe-
lingsklok door een koppelingsklok met twee rondsels vervangen worden.
-
Verwijder de RC-inbouwplaat en bouw het hoofdtandwiel/het middendifferentieel uit, zoals hiervoor be
schreven.
Vervangen van de koppelingsklok
-
Los nu de E-ring van de motoras en trek de koppelingsklok er
naar voren toe af.
-
Verwijder het kogellager en plaats het in de koppelingsklok van
de tweeversnellingsbak.
-
Schuif de koppelingsklok met de twee rondsels op de motoras en
borg ze met de onderlegschijven en de binnenzeskantschroef.
Plaats de tweeversnellingsbak tussen cardanas-lagerbok en remhouder en schroef de RC-inbouwplaat opni-
euw vast.
Controleer opnieuw afstellen en tandfl ankspeling van de aandrijving, zoals in 3.4 beschreven!
Als u (als tuningmaatregel) de overbrenging van uw voertuig verandert en alleen de koppelingsklok
door een koppelingsklok met een ander aantal tanden wilt vervangen, da hoeven de RC-inbouwplaat en
het hoofdtandwiel (middendifferentieel) niet gedemonteerd te worden. Het is dan voldoende om de vier
schroeven van de motorbevestiging te lossen en de motor zover te verschuiven tot de koppelingsklok
eraf getrokken kan worden.
Instelling van het schakeltijdstip
Aan een stifttap (2 mm binnenzeskant) kan de veerweerstand van de centrifugaalkoppeling en hierdoor het
schakeltijdstip ingesteld worden.
Indraaien van de schroef
-
De veervoorspanning wordt verhoogd. Er is een hoger toerental
nodig, zodat de meenemer grijpt.
-
De versnellingsbak schakelt later.
Uitdraaien van de schroef
-
De veervoorspanning wordt geringer. Er is een lager toerental
nodig, zodat de meenemer grijpt.
-
De versnellingsbak schakelt vroeger.
6.3 Instelling van de demping/verlaging
De veerelementen van de vierwielvering van de HOTLANDER bestaan telkens uit een schroefveer met in het
centrum ervan een oliedrukschokdemper van geanodiseerd aluminium.
De schroefveren steunen van boven tegen een schroefring op de buitenbuis van de schokdemper en op een
schijf aan het onderste einde van de zuigerstang.
Het verdraaien van de schroefring naar boven ontlast de veer, de vering wordt "zachter".
Naar onderen verdraaien verhoogt de veervoorspanning, de vering wordt "harder".
De vier oliedrukschokdempers zijn telkens aan de onderste dwarsgeleidearmen en de "demperbrug" op de
differentieelbehuizing bevestigd.
Naast de veervoorspanning kan de aanzethoek van de schokdempers veranderd worden.
Een steilere aanzethoek (net zoals een hogere veervoorspanning) zorgt voor een grotere druk op de onderste
dwarsgeleidearm, waardoor het chassis lichtjes opgetild wordt.
Een vlakkere aanzethoek (resp. een geringere veervoorspanning) laat het chassis onder zijn eigen gewicht
lager zinken. Op die manier kan dus een verhoging/verlaging van het chassis bereikt worden (de bodemvri-
jheid instellen). Hierdoor wordt via de instelling van de demping niet alleen de capaciteit van het model beïnvlo-
ed om bodemoneffenheden te verwerken, maar ook het bochtengedrag wordt beïnvloed.
Men spreekt van "oversturend" resp. "ondersturend" rijgedrag.
70
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing HOTLANDER 1:10
© Conrad Electronic 01/6
ENDMONTAGE, EINBAU DER RC-ANLAGE
4.3 Einbau des Gas- / Brems-Servos und
Einstellung der Gas- / Bremsgestänge
Wirkungsweise und Einstellung der Gas-/Bremsgestänge
Mit dem Gas-/Bremsgestänge werden gleichzeitig zwei Funktionen über zwei um 90° zueinander stehende
Servosteuerhebel ausgeführt.
Über das Gasgestänge wird durch Verschieben des "Vergaserschiebers" die Luftzufuhr zum Motor reguliert.
Gleichzeitig wird die Leerlaufdüsennadel (konische Nadel eines Nadelventils) verschoben und so die durch den
Vergaser strömende Kraftstoffmenge verändert.
Wird das Gasgestänge über die Leerlaufstellung hinaus (mechanischer Endanschlag des Vergaserschiebers)
geschoben, drückt der Servohebel gegen einen Federanschlag.
Jetzt setzt der Wirkungsbereich des Bremsgestänges ein, das über einen Exzenter die Bremsbacken der
Scheibenbremse zusammendrückt.
Die Positionierung der Stellringe (der mechanischen Endanschläge) der Anschlagfeder am Gasgestänge
und am Bremsgestänge müssen den mechanischen Endanschlägen des Vergasers und der
Scheibenbremse angepasst werden.
Einbau des Gas-/Brems-Servos
-
Servowelle mit Hilfe des Fernsteuersenders in Neutralstellung
bringen
-
Servo von oben in den hinteren Ausschnitt der Servo-
Einbauplatte setzen und mit den Kunststoff-Gegenstücken aus
dem Servo-Befestigungsset verschrauben.
-
Servowelle nach oben und vorne!
Montage der Anlenkgestänge
Eine Sichtkontrolle des Vergaserdurchlasses ist nach Entfernung bzw. vor Anbringen des Luftfilters möglich.
-
Leerlaufstellung (maximal 1 mm offener Vergaserdurchlass) ggf. an der
Leerlauf-Einstellschraube (Drossel-Anschlagschraube) nachjustieren.
Die Leerlauf-Einstellschraube ist die kleine Schraube auf der gegenüberlie-
genden Seite des Vergaserschiebers.
-
Gasgestänge auf den Vergaserschieber aufstecken, Feder und
Gasgestängeführung aufschieben und lose mit dem Stellring sichern.
-
Bremsgestänge in einen Servohebel einhängen, Stellring aufschieben und
durch die Bremsenanlenkung führen.
-
Servosteuerhebel so auf der Servowelle positionieren und verschrauben,
daß das Bremsgestänge annähernd parallel zur Fahrzeug-Längsachse
verläuft.
-
Stellring locker am Bremshebel anlegen und fixieren.
-
Gasgestängeführung auf dem 90° versetzten Servohebel verschrauben.
-
Stellring locker anlegen und fixieren.
Die Gas-/Bremsgestänge sollten jetzt folgende Wirkung haben:
Vollgas:
Vergaserschieber voll herausgezogen, Bremse keine Wirkung
Leerlauf:
Vergaserschieber ganz eingefahren, Stellring am Bremsgestänge liegt locker am Bremshebel an
Bremsen:
Gasgestänge drückt gegen Federwiderstand, Bremshebel ganz ausgelenkt
Vollgas
Leerlauf
Vergaserdurchlass
Vergaserdurchlass 1 mm
ganz geöffnet
Räder drehen noch frei,
noch keine Bremswirkung
Bremse
Technische Beratung:
Tel. 0180 / 5 31 21 16
Mo - Fr 8.00 bis 18.00 Uhr
CONRAD im Internet:
http://www.conrad.com
1mm
Bremsen
Vergaserdurchlass 1 mm
volle Bremswirkung
ca. 9 mm
ca. 57 mm
4
11
Werbung
Kapitel
