Wekelijks
Filter aan de wateraansluiting reinigen.
Luchtdruk van de banden controleren
(zie "Technische gegevens").
Jaarlijks of na 500 bedrijfsuren
Olie van de hogedrukpomp vervangen.
Olieverversing
Oliesoort en vulhoeveelheid zie „Tech-
nische gegevens".
Olieaflaatschroef uitdraaien.
Olie in opvangbak aflaten.
Olieaftapschroef inschroeven.
Nieuwe olie langzaam tit het midden
van de oliepeilindicatie vullen.
Instructie:
Luchtbellen moeten kunnen ontsnappen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat en elektrische schok
– Voor alle werkzaamheden aan het ap-
paraat moet het apparaat uitgeschakeld
en de stekker uitgetrokken worden.
– Laat elektrische onderdelen enkel con-
troleren en repareren door de geautori-
seerde klantenservice.
– Raadpleeg bij storingen die in dit hoofd-
stuk niet worden vermeld, in geval van
twijfel en bij een uitdrukkelijke instructie
de geautoriseerde klantenservice.
Controlelampje
Het controlelampje geeft bedrijfstoestan-
den (groen) en storingen (rood) aan.
Terugstellen:
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Kort wachten.
Apparaatschakelaar op „I" stellen.
Bedrijfstoestandenindicatie
Lampje brandt continu groen:
– apparaat is bedrijfsklaar.
Lampje knippert 1x groen:
– bedrijfsklaarheid na 30 minuten afgelo-
pen.
54
– Het apparaat is na 30 minuten continue
werking uitgeschakeld (veiligheid bij
opengebarsten hogedrukslang).
Storingsindicatie
Lampje brandt continu rood:
– Elektrische storing in het apparaat
Netstekker uittrekken.
Klantendienst raadplegen.
Lampje knippert 1x rood:
– hogedrukkant ondicht
Hogedrukslang, slangverbindingen en
handspuitpistool op dichtheid controle-
ren.
Lampje knippert 2x rood:
– motor overbelast/oververhit
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Apparaat laten afkoelen.
Apparaatschakelaar op „I" stellen.
– Waterdruk te laag
Zorg voor een voldoende waterleidings-
druk.
Lampje knippert 3x rood:
– fout in de spanningstoevoer
Netaansluiting en netzekeringen con-
troleren.
Lampje knippert 4x rood:
– stroomopname te hoog
Klantendienst raadplegen.
Apparaat draait niet
– Geen netspanning
Controleren of de aangegeven span-
ning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning van de stroombron.
Netaansluitkabel op beschadiging con-
troleren.
– Controlelampje knippert groen
Bedrijfsklaarheid is afgelopen. Appa-
raat uit- en opnieuw inschakelen.
– Beveiliging tegen watertekort (optie) is
geactiveerd wegens een te lage druk
van de watertoevoer.
Het controlelampje Watertekort brandt.
Druk van de watertoevoer controleren,
minimale waarden, „Technische gege-
vens".
– 8
NL