Functies
Startfunctie
Werkingsfunctie
Veiligheidfunctie
Werkingsfunctie
De motor en de transformator worden
–
onder spanning gesteld.
Voorventilatie
–
Openen van het elektromagnetische
–
ventiel 4
Verschijnen van de vlam
–
Zonder spanning stellen van de
–
transformator
03/2005 - Art. Nr. 13 018 040A
Veiligheidsfunctie
Een storing veroorzaakt stilstand in
volgende gevallen:
een vlamsignaal wordt waargenomen
–
tijdens de voorventilatie (parasietlicht)
bij de ontsteking (openen van het
–
ventiel) wordt geen vlamsignaal
waargenomen na 5s.
(beveiligingstijd).
in geval van ongewild uitdoven, en na
–
een poging tot opnieuw aansteken,
verschijnt geen vlam.
Stilstand wegens storing wordt
aangegeven door de storingslamp. De
brander wordt ontgrendeld, na
verhelpen van de oorzaak van de
storing, door een druk op de
ontgrendelingsknop
Principeschema
1
Pomphuis
2
Drukregelaar
3
Hoge druk pomp
4
Elektromagnetisch ventiel
5
Sproeierlijn met sproeierafsluiting
6
Verbrandingsbuis
7
Stuwschijf
8
Luchtdoseertrommel
9
Luchtsluitklep met terugtrekveer
10
Ventilator
11
Motor
NL
29