elco VECTRON ECO L 01.35 Betriebsanleitung Seite 26

Inhoud
Inhoudstafel
Inhoud
Functies
Montage
Ingebruikname
Zorg voor goede werking
Belangrijke opmerkingen
De stookoliebrander Low-NOx VECTRON
ECO L 01.35/52 is bestemd voor het
verbranden van extra-lichte olie EL
volgens de landsnormeen
A: ÖNORM C1109 standaard en
zwavelarm.
BE: T52.716: Stookolie standaard en
NBN EN 590 : zwavelarm
CH: SN 181160-2 Stookolie EL en
Öko-stookolie zwavelarm
DE: DIN 51 603-1 standaard of
zwavelarm.
Het ontwerp en de werking zijn conform
de richtlijnen en de van kracht zijnde
voorschriften. De montage, het
opstarten en het onderhoud mogen
alleen door erkende specialisten
worden uitgevoerd, waarbij de
richtlijnen en de geldende normen
dienen in acht te worden genomen. De
brander stemt qua ontwerp en werking
overeen met de norm EN 267. Er is
voldaan aan de eisen van de Duitse 1e
BImSchV(=Bundesimmmissionsschutz-
verordnung) en Zwitserse LRV
(Luftreinhalteverordnung). De
emissiewaarden NOx < 120 mg/kWh
worden onder proefomstandigheden
overeenkomstig EN 267 niet
overschreden. Afhankelijk van de
geometrie en de belasting van de
branderruimte, en het brandersysteem
(driekamerketel, omkeervlamketel)
kunnen er afwijkende emissiewaarden
optreden. Voor de gegevens van de
garantiewaarden moet u rekening
houden met de voorwaarden voor de
meetinrichting, toleranties,
luchtvochtigheid en het stikstofgehalte
in de huisbrandolie.
Beschrijving van de brander
De stookoliebrander Low-NOx
VECTRON ECO L 01.35/52 is een
volautomatische monoblok-
ééntrapsbrander. De brander is binnen
zijn gebruiksgrenzen geschikt voor de
uitrusting van warmtegeneratoren die
voldoen aan EN 303. De speciale
26
Inhoudstafel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Belangrijke opmerkingen. . . . . . . . . . . . . 126
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 27
Werkingsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Uitwendige afmetingen, beschrijving van de brander . 28
Beschrijving van de functies. . . . . . . . . . . . 29
Principeschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Veiligheidskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Aansluitschema, aansluitvoet . . . . . . . . . . . 31
Montage van de brander, voorbeeld van installatie . 32
Aansluiting "stookolie" . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . 33
Controles vóór de ingebruikname
Basisinstellingen, luchtregeling . . . . . . . . . . 34
Instelling van de stookoliedruk . . . . . . . . . . 35
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . 37
constructie van de branderkop met
interne rookgasrecirculatie maakt een
NOx-arme verbranding met hoog
rendement mogelijk.
Verpakking
In de verpakking van de brander vindt
u:
1 bevestigingsflens met een
isolerende afdichting
1 zakje met bevestigingsmateriaal
1 map met technische
documentatie
1 voorzetstuk verbrandingsbuis
Voor milieuvriendelijke en economische
werking, dienen volgende normen in
acht worden genomen:
DIN 4755
Verbranding van stookolie in
verwarmingsinstallaties
EN 226
Afmetingen van verbindingen tussen
aangeblazen branders en
warmtegenerator
EN 60335-2
Veiligheid van elektrische apparaten
voor huishoudelijk gebruik
Voorwaarden voor het opstellen
De brander mag niet werken in ruimten
met een aggressieve atmosfeer
(bijvoorbeeld sprays,
perchloorethyleen, tetrachloor), met
sterke stofbelasting of met een hoge
vochtigheidsgraad (wasvertrekken).
moet een toevoerlucht-opening
aanwezig zijn, met:
CH : tot 33 kW: 200 cm²
voor iedere volgende kW: + 6,0 cm²
DE: tot 50 kW: 150 cm²
voor iedere volgende kW: + 2,0 cm²
Plaatselijke voorschriften kunnen
afwijken.
03/2005 - Art. Nr. 13 018 040A
Pagina Verklaring van overeenstemming voor
Wij, CEB,
F-74106 ANNEMASSE Cedex,
verklaren, op eigen exclusieve
verantwoordelijkheid, dat volgende
producten:
conform zijn met de volgende normen:
. . . . . . . . 33
Belgisch koninklijk besluit van 08/01/2004
conform met de bepalingen van de
richtlijnen
Deze producten dragen de CE-markering.
Gedaan te Annemasse, op 1 november
2004
J. HAEP
Schade die in volgende
omstandigheden wordt veroorzaakt
wordt niet door de garantie gedekt.
ongepast gebruik
–
foutieve montage, installatie door de
–
koper of door een derde, gebruik van
niet-originele vervangingsonderdelen.
Opleveren van de installatie en
raadgevingen voor het gebruik
Wie de installatie uitvoert moet aan de
gebruiker de gebruiks- en
onderhoudshandleiding overhandigen,
en dat wel uiterlijk op het ogenblik van
het opleveren van de installatie. De
handleiding moet worden bewaard in
het ketelhuis. Het adres en het
telefoonnummer van de dichtste
reparatiedienst moeten daarop worden
vermeld.
Raadgevingen voor de gebruiker
De installatie moet jaarlijks ten minste
één keer worden geïnspecteerd door
een specialist. Om ervoor te zorgen dat
zulks niet wordt vergeten, verdient het
aanbeveling een onderhoudscontract te
sluiten.
aangeblazen stookoliebranders
VECTRON ECO L 01.35
VECTRON ECO L 01.52
EN 60335
EN 50081
EN 50082
EN 267
98/37/EEG Machinerichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn
(Elektromagnetische
compatibiliteit)
73 /23/EEG Laagspanningsrichtlijn
92 /42/EEG Rendementrichtlijn