Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

C) Weerstandsmeting „Ω - VOLTCRAFT ET-100 Bedienungsanleitung

Isolationstester
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für ET-100:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

c) Weerstandsmeting „Ω"
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetob-
jecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
Met het meetapparaat is de meting van weerstanden in het laagohmige meetbereik van 0,01 tot 400 Ω mogelijk. De
weerstandsmeting vindt plaats voor nauwkeurige meetwaarden met een teststroom van ca. 200 mA.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
-
Schakel de DMM in en kies het meetbereik „400 Ω".
-
Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (10); het zwarte in de COM-meet-
bus (11).
-
Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar te
verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca.
0-0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren) v
-
Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject. De meetwaarde wordt op
het display weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken
is. Wacht tot de displaywaarde is gestabiliseerd.
-
Zodra „OL" (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u
het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
-
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de
DMM uit.
Indien geen meetwaarden worden verkregen resp. de doorgangstest mislukt (0-weergave), dient
u de ingebouwde zekering „FUSE" te controleren. Het vervangen van zekeringen wordt in het
hoofdstuk „Onderhoud en reiniging" beschreven.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waar u de meetstiften mee
in contact brengt voor het meten, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke. Dergelijke omstandigheden
kunnen het meetresultaat vervalsen.
Bij de laagohmige meting wordt de weerstand van de meetsnoeren in demeting
meegerekend. De weerstand van de meetsnoeren ligt bij ca. 0,5 Ω. Het vervangings-
schema is rechts afgebeeld. De beide weerstanden „R E1" en „R E2" geven de
meetsnoeren weer. „R" komt overeen met het meetobject. Alle drie weerstanden
worden in de meting meegerekend. Om de weerstand van de meetsnoeren niet in de
meetwaarden mee te rekenen, kunt u de functie „ZERO" activeren.
74

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis