Installatie
L N
1
2
3
NO
LOAD
4
16A
104
5
10
6
NC
11
ALARM
7
12
8
13
-
24 V DC
9
14
NO
REMOTE
not in
max/min
De inkomende fase en nul worden
aangesloten op klemmen 1 en 2.
Klemmen 3 en 4 zijn voor het relais
A
voor vermogensregeling.
Sensor A wordt aangesloten op
klemmen 5 en 6.
B
Sensor B wordt aangesloten op
klemmen 7 en 8.
Een eventueel extern alarm wordt
+
C
aangesloten op klemmen 10 en 11.
Sensor C (vocht) wordt aangesloten
op klemmen 12 en 13.
Een eventuele afstandbedienings-
eenheid wordt aangesloten op klem-
men 9 en 14.