Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Onderhoud En Reparatie - Agria 3477332 Originalbetriebsanleitung

Kreiselegge
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

3. Beschrijving en bedieningselementen
3.1
3.1 Aansluitflens
Monteren:
1
De buitendiameter van de elleboog met smeervet
2
instrijken
Contramoeren (2) een beetje losdraaien
Nokschroeven (1) eruit draaien
Flens erin steken en tegelijkertijd een beetje aan de drijfas
draaien tot de spievertanding kan ingevoerd worden
Nokschroeven (1) tot de aanslag inschroeven, dan één
omwenteling terugdraaien
2
Contramoeren (2) aanhalen
1
De aansluitflens kan ingesteld worden op:
3.3
Star:
Nokschroef onderaan ingevoerd tot ongeveer ter hoogte
van de moer, contramoer aangebracht
Pendelstand:
Moer onderaan iets losdraaien, nokschroef ongeveer ter
hoogte van de moer eruit schroeven en de contramoer weer
aanbrengen.
3.2 Aanbouw aan de basismachine
Basismachine
3.3 Regeling van de werkdiepte
de werkdiepte wordt ingesteld door hoogteregeling van
de roosterrol
de machine dient tijdens de werkzaam-
heden op haar rol te liggen
Ter verstelling vasthouden aan het handvat
De steekbout eruit trekken en in het passende gat van
de regelstang steken - er zijn 6 niveaus mogelijk
De stang vervolgens terugsteken in de houder en de
bevestigingsbout aanhalen.
3.4
De roosterrol bevat knel- en snijpunten!
W
Afstand houden!
Veiligheidshandschoenen dragen!
3.4 Transportpositie
De roosterrol wordt zo versteld, dat de tanden zich boven
de grond bevinden
daartoe de steekbout in het voorste gat van de
regelstang steken
3.5
3.5 Regeling van het egaliseerblad
de te verzetten grond mag niet te vast zijn, maar dient
reeds te zijn bewerkt.
Bij werkzaamheden op harde grond, het egaliseerblad in
de bovenste stand zetten.
Verstellen:
beide contramoeren losdraaien
beide bevestigingsbouten ongeveer 3 omwentelingen
losdraaien
egaliseerblad in de gewenste stand schuiven
bevestigingsbouten opnieuw aanhalen - erop letten dat
de twee schroefpunten in de palzenkingen grijpen zodat
3.6
een gelijkmatige egaliseerhoogte bereikt wordt
beide contramoeren aanhalen.
3.6 Beschermlijst
Tegen het gevaar van wegspringende deeltjes, beide
zijwaartse beschermlijsten na de werkdiepteregeling
3.7
zodanig in het gaatjespatroon verstellen dat:
bovenkant bodem = onderkant beschermlijst is.
3.7 Schraper
De spleet tussen de schraper en de roosterrol is regelbaar
door het verschuiven van de schraper, na het losdraaien
van de schroeven aan beide kanten.
998 353-A
agria Type 3477 332, -333, -342, -343, -352, -353
4. Ingebruikname
4.1 Eggen
Vooraleer met de werkzaamheden te beginnen, nagaan
W
of alle schroeven vastzitten. Alle veiligheidsmaatregelen
in de juiste positie brengen.
Aanwijzingen met betrekking tot het blokkeren van de
overdrives, die u in de handleiding van de basismachine
terugvindt, in acht nemen.
Opgelet voor wegspringende deeltjes, vooral op stenige
bodem.
Bij lopende motor afstand houden.
De freesaandrijving uitschakelen voor het transport.
Voor de eerste ingebruikname het peil van het vloeibaar
transmissievet controleren
5.3
Starten en Eggen
0
De aftakasaandrijving uitscha-
kelen
Motor starten
Basismachine
"Ingebruikname"
de gepaste rijsnelheid en
rijrichting in achteruit zetten
0,8 - 1,2 km/h
I
aftakasaandrijving inschakelen
eventueel ingeschakelde cen-
trale rem openen
langzaam de koppeling inscha-
kelen en tegelijkertijd gas geven.
Rijrichting wijzigen
Gas terugnemen
Koppelingshendel intrekken
0
A f t a k a s a a n d r i j v i n g
uitschakelen
Rijrichting omschakelen
Langzaam de koppeling
inschakelen en tegelijkertijd gas
geven.
agria-Werke GmbH • D-74219 Möckmühl • Tel. +49/(0)6298/39-0 • Fax +49/(0)6298/39-111 • e-mail: info@agria.de • Internet: www.agria.de
Gevarenbereik
4.2 Gevarenbereik
Tijdens het starten en de
W
werking van de draaieg
dient men zich buiten de
gevarenzone te bevinden.
Controleer het functioneren
W
van de veiligheidsschakeling
- de machine enkel in gebruik ne-
men wanneer de veiligheidsscha-
keling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en
altijd stevige schoenen dragen.
De
bestuurder
moet
goed
aansluitende werkkleding dragen.
Wijde kledingstukken dienen
vermeden te worden (b.v. sjaals).
Controleer het veld voor het begin
met de werkzaamheden op stenen
en andere voorwerpen die de
machine kunnen beschadigen.
Controleer vooraf de omgeving
(kinderen).
Wanneer de machine moet worden
schoongemaakt dient de motor om
veiligheidsredenen te worden
afgezet en de bougiekap te worden
verwijderd.
4.3 Werken op hellingen
Basismachine
Wanneer op hellend terrein
W
wordt gewerkt verdient het de
aanbeveling, dat de machine door
een begeleider met een trekkabel
of een trekstang wordt vastgehou-
den, om te voorkomen dat de ma-
chine wegschuift. De begeleider
moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
Motor starten op de helling
Basismachine
"Ingebruikname"

5. Onderhoud en reparatie

Tijdens het werken aan de draaieg, de motor afzetten en de
W
contactsleutel of de bougiekap eruit trekken.
Het reinigen dient niet met de hand, maar met een geschikt voorwerp te
worden uitgevoerd.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Tijdens alle werkzaamheden erop letten dat de machine beveiligd is te-
gen onopzettelijk wegkantelen of wegrollen. Het opgetilde toestel met
geschikte steunelementen beveiligen!
5.1
50 h, J
5.1 Divers
Om de 50 bedrijfsuren controleren of
alle bevestigings-schroeven vastzitten.
5.2
4
5.2 Eggetanden
Na minstens elke 50 bedrijfsuren de
tanden en schroeven controleren op
beschadiging en slijtage. Indien nodig
vervangen!
3
Montage van de tanden zoals op
2
afb. - de borgmoer moet vast in de ver-
laging zitten. Schroeven-aanhaalmo-
ment = 45 Nm.
1
Tijdens het verwisselen van de
W
1 Schroef
tanden, ook de schroeven en
borgmoeren vervangen!
2 Plaat
3 Tanden
Uitsluitend originele tanden en be-
4 Borgmoer
vestigingsschroeven gebruiken!
50 h
5.3 Transmissie
5.3
50 h, J
Controle
van
het
transmissievet minstens om de 50
bedrijfsuren of jaarlijks.
3 cm
als de machine warm staat en
ongeveer 2 min. na de stilstand, zodat
het vet zich gelijkmatig kan verdelen.
Controleschroef en omgeving reini-
gen, zodat er geen vuil in de
transmissie kan komen.
Draaieg horizontaal stellen;
aanslagbout verwijderen.
d.m.v. een peilstok het vetpeil
controleren - moet 3 cm bedragen;
indien niet, vloeibaar vet (op basis van
natrium"GP00") bijvullen.
= Vulopening
5.4 Aansluitflens
5.4
Invetten met vet jaarlijks en na
een schoonmaakbeurt met een hoge-
drukreiniger.
Invetten na iedere reinigingsbeurt.
5.5
5.5 Roosterrol
Smeerpunten aan de lagers minstens
iedere 50 bedrijfsuren of jaarlijks in-
vetten.
50 h
5.5 Reiniging
De tanden en de roosterrol na het
5.6
beëindigen van de werkzaamheden
met water afspuiten en met een biolo-
gisch afbreekbaar anticorrosiemiddel
inspuiten.
Kast en raamelementen eveneens
grondig reinigen en de laklaag herstel-
len.
.
vloeibaar
8

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

34773333477343347735234773423477353

Inhaltsverzeichnis