AL-KO SUB 10000 DS Betriebsanleitung Seite 25

Montage
■
Vooraf aan de inbedrijfstelling de hoeda-
nigheid van uw verlengkabel controleren.
■
Indien de aansluitkabel verlengd moet wor-
den, mag er alleen een kabel van het type
H07RN-F en een verbindingsmof worden ge-
bruikt. Deze werkzaamheid mag alleen door
een elektrotechnisch deskundige worden uit-
gevoerd.
■
Als de voedingskabel beschadigd is moet hij
door de fabrikant, zijn klantenservice of een
soortgelijk gekwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaren te voorkomen.
4 MONTAGE
4.1 Monteren van drukleiding
4.1.1 TWIN (afbeelding A)
1. Aansluithoek (7) in de pompuitgang draaien.
2. Combinatiefitting (4) op de aansluithoek
draaien.
3. Slang aan de combinatiefitting bevestigen.
4.1.2 SUB (afbeelding C)
1. Combinatiefitting (4) op de aansluithoek
draaien.
2. Slang aan de combinatiefitting bevestigen.
OPMERKING De combinatiefitting kan wor-
den afgesneden naargelang de gekozen slan-
gaansluiting. Gebruik een zo groot mogelijke
slangdiameter.
4.2 Verstelbare voet instellen (afbeelding E)
4.2.1 TWIN
1. Verstelbare voet (6) naar rechts draaien. De
verstelbare voet klikt los.
2. Verstelbare voet op "O" of "U" zetten.
3. Verstelbare voet naar links draaien. De ver-
stelbare voet klikt weer vast.
4.2.2 SUB
1. Draai de verstelbare voet 90° naar links, zo-
dat deze in de bovenste positie komt.
2. Draai de verstelbare voet 90° naar rechts, zo-
dat deze in de onderste positie komt.
OPMERKING De combinatiefitting kan wor-
den afgesneden naargelang de gekozen slan-
gaansluiting. Gebruik een zo groot mogelijke
slangdiameter.
467772_j
5 INGEBRUIKNAME
5.1 Veiligheid
LET OP! Gevaar voor overstroming! Bij sto-
ringen aan de pomp kan er water vrijkomen en
gevolgschade door overstroming veroorzaken.
■
Voorkom door geschikte maatregelen dat bij
een storing aan de pomp gevolgschade door
overstroming zou kunnen optreden.
■
Gebruik de pomp aan een touw hangend of
let op een veilige stand van de pomp.
■
Gebruik de pomp uitsluitend wanneer deze
volkomen is ondergedompeld.
■
Houd voldoende afstand aan ten opzichte
van de ondergrond.
■
Laat de pomp nooit draaien terwijl de druklei-
ding is afgesloten.
■
Let bij gebruik in zinkputten steeds op de af-
doende dimensionering.
■
Zorg dat de put voor lopende mensen en die-
ren steeds veilig is afgedekt.
6 BEDIENING
6.1 Aanzetten van de pomp
LET OP! Gevaar voor schade aan het appa-
raat! De pomp mag geen vaste bestanddelen
aanzuigen. Door zand en andere schurende be-
standdelen in de verpompte vloeistof raakt de
pomp defect.
■
Let erop dat er geen vaste voorwerpen in het
te pompen medium terecht kunnen komen.
1. Voedingskabel (1) geheel afrollen.
2. Controleer of elektrische aansluitpunten veilig
zijn aangebracht en niet nat kunnen worden.
Modellen met vlotterschakelaar
1. Klempositie wijzigen en de schakelpunten
van de vlotterschakelaar (10) individueel af-
stellen.
2. Kabel van de vlotterschakelaar aan het
pomphuis vastklemmen. Aanbevolen kabel-
lengte van vlotterschakelaar ca. 100 mm.
Modellen met niveauschakelaar
OPMERKING Gebruik bij een modderige,
zandige of steenachtige ondergrond een geschik-
te plaat om de pomp veilig op te plaatsen.
1. Niveauschakelaar (8) naar de betreffende
hoogte schuiven en daarmee de schakelpun-
ten instellen.
25