3.2
Veiligheid bij de elektrische aansluiting van het toestel
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken
Als u aan elektrische installaties werkt, zorg er dan voor dat er iemand in de buurt is die u in geval
van nood kan helpen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken
•
Neem de aanbevolen kabeldoorsneden in acht.
•
Leg de kabels zodanig dat deze niet beschadigd kunnen raken door de deuren of de mo-
torkap. Geplette kabels kunnen tot levensgevaarlijke verwondingen leiden.
LET OP! Gevaar voor schade
•
Gebruik holle buizen of leidingdoorvoeren, als leidingen door plaatwanden of andere wan-
den met scherpe randen geleid moeten worden.
•
Leg de kabel niet los of scherp geknikt.
•
Bevestig de kabels op een veilige wijze.
•
Trek niet aan de kabels.
3.3
Veiligheid bij het gebruik van het toestel
WAARSCHUWING! Explosiegevaar
•
Gebruik het toestel uitsluitend in gesloten, goed geventileerde ruimtes.
•
Gebruik het toestel niet onder de volgende omstandigheden:
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken
•
Houd er rekening mee dat onderdelen van het toestel nog onder spanning kunnen staan,
zelfs als de zekering is gesprongen.
•
Maak geen kabels los als het toestel nog in gebruik is.
LET OP! Gevaar voor schade
•
Zorg ervoor dat de luchtinlaten en -uitlaten van het toestel niet afgedekt zijn.
•
Zorg voor goede ventilatie.
•
Het toestel mag niet aan regen worden blootgesteld.
in een zouthoudende, vochtige of natte omgeving
in de buurt van agressieve dampen
in de buurt van brandbare materialen
in explosieve omgevingen
47