english
The condensate flows through the feed
line (1) into the BEKOMAT unit and ac-
cumulates in the container (2). A capa-
citive sensor (3) continuously registers
the liquid level and passes a signal to
the electronic control as soon as the
container is filled. The pilot valve (4) is
then activated and the diaphragm (5)
opens the outlet line (6) for discharging
the condensate.
When the BEKOMAT unit has been
emptied, the outlet line is closed again
quickly and tightly without wasting com-
pressed air.
The operating states of the BEKOMAT 21
are indicated by one LED with different
flashing frequencies.
Ready for operation
1
Power on
Discharge procedure
2
Outlet line open
If the condensate discharge is not func-
tioning properly, the valve will keep open-
ing (about every 3 seconds) so as to clear
the fault automatically, if possible.
Malfunction/Alarm
3
Test of valve function and manual
4
drainage: briefly press button.
Additional feature of the BEKOMAT 21
PRO: press button for > 1 minute to test
the alarm function (s. below).
The BEKOMAT 21 PRO also has an
alarm-mode function:
If normal conditions have not been re-
stored after 1 minute, a fault signal will
be triggered:
• Alarm LED flashes.
• Alarm signal switches over (can be
transmitted via potential-free con-
tact).
• Valve opens every 4 minutes for a period
of 7.5 seconds.
Once the fault is cleared, the BEKOMAT
21 PRO will automatically switch back to
the normal mode of operation.
Malfunctioning could be caused by, e.g.:
• Mistakes during installation
• Dropping below the necessary mini-
mum pressure
• Excessive condensate quantities (over-
loading)
• Blocked/shut off outlet line
• Extreme amount of dirt particles
• Frozen piping
BEKOMAT 21, 21 PRO
All manuals and user guides at all-guides.com
français
Amené dans le BEKOMAT par la conduite
d'arrivée (1), le condensat est collecté
dans le réservoir (2). Une sonde capacitive
(3) surveille en permanence le niveau
de remplissage et envoie un signal à la
commande électronique dès que le réser-
voir est rempli. L'électrovan-ne pilote (4)
est activée et la membrane (5) ouvre la
conduite d'évacuation (6) pour l'éclusage
du condensat.
Dès que le BEKOMAT est vide, la conduite
d'évacuation est à nouveau refermée avec
une parfaite étanchéité, avant même que
l'air comprimé ne puisse s'échapper.
Sur le BEKOMAT 21, les états de fonc-
tionnement sont affichés par une LED avec
diverses fréq. de clignotement.
Prêt à fonctionner
1
Tension d'alimentation présente
2
Phase de purge
Conduite d'évacuation ouverte
Si l'écoulement du condensat est pertu bé,
la vanne s'ouvre par intermittences (toutes
les 3 s), afin de remédier automatiquement
au défaut :
3
Dysfonctionnement /alarme
Test du fonctionnement de l'élec-
4
trovanne et purge manuel le:
actionner brièvement la touche.
De plus, sur BEKOMAT 21PRO: pour
tester la fonction alarme (voir ci-des-sous)
actionner la touche > 1 minute
Le BEKOMAT 21 PRO dispose en plus
d'une fonction mode d'alarme :
Si un défaut n'est pas résolu au bout d'une
minute, un signal de dysfonction-nement
est émis:
• La LED alarme clignote
• Le relai d'alarme commute (le signal est
délivré sur un contact sans potentiel)
• La vanne s'ouvre toutes les 4 minutes,
pendant 7,5 secondes
Dès que le défaut est résolu, le BEKO-
MAT 21PRO revient automatiquement en
mode normal.
Causes de dysfonctionnement pos-
sibles:
• Défaut au niveau de l'installation
• Pression minimale non atteinte
• Trop de condensat (surcharge)
• Ecoulement bouché ou obturé
• Importantes quantités d'impuretés
• Conduites gelées
nederlands
Het kondensaat stroomt door de toevoer-
leiding (1) in de BEKOMAT en ver-zamelt
zich in het reservoir (2). De capacitieve
sensor (3) registreert permanent het
kondensaatniveau en geeft een signaal
aan de elektronica, zodra het reservoir
gevuld is. De ventieleenheid (4) treedt
hierdoor in werking en het membraan
(5) wordt omhoog gedrukt. Het konden-
saat kan hierdoor in de afvoerleiding (6)
stromen.
Als het reservoir van de BEKOMAT ge-
leegd is, wordt de afvoer weer gesloten,
voordat er onnodig verlies van dure
perslucht kan plaatsvinden.
Bij de BEKOMAT 21 geeft een LED de
desbetreffende werking aan.
Bedrijfsklaar, de BEKOMAT
1
staat onder spanning
Afvoerproces
2
De afvoerleiding is geopend
Gaat de BEKOMAT in storing, dan scha-
kelt het ventiel ritmisch (ca. elke 3 sec.) om
de storing zelfstandig te verhelpen:
3
Storing/alarm
Test (handmatige afvoer):
4
Schakelaar ca. 2 sec. indrukken
Extra bij BEKOMAT 21 PRO
Test van de alarmfase (zie hieronder):
Schakelaar > 1 minuut indrukken
De BEKOMAT 21 PRO is in het bezit
van een alarm-fase:
Indien de storing niet binnen een minuut
is verholpen, wordt een storing gemeld:
• De alarm-LED knippert
• Het alarmrelais schakelt om (het poten-
tiaalvrij signaal kan aan een centraal
meldpunt worden doorgegeven)
• Het ventiel opent alle 4 minuten voor
7,5 seconden
Wanneer de storing verholpen is, scha-
kelt de BEKOMAT 21 PRO automatisch
in de normale stand terug.
Mogelijke storingsoorzaken zijn b.v.:
• Een installatiefout
• De werkdruk ligt onder de min. druk
• Overbelasting (te veel kondensaat)
• Verstopte/afgesloten afvoerleiding
• Extreme hoeveelheden vuildeeltjes
• Bevroren leidingens
5