Dea ADVANCE/N Bedienungsanleitung Seite 86

ADVANCE N
4 INSTALLATIE EN MONTAGE
4.1 Het is belangrijk dat het product naar behoren wordt geïnstalleerd:
• De aandrijving mag alleen worden geïnstalleerd op garagedeuren die in perfecte mechanische staat verkeren:
De deur moet volledig worden gecontroleerd - in het bijzonder de veren, wielen/wielsteunen, koorden en scharnieren - op slijtage
en beschadiging. Controleer bovendien of alle schroefbevestigingen goed en stevig zijn vastgeschroefd.
• Controleer de gladheid en het evenwicht van de deur:
De handmatige bediening van de deur moet over de gehele omtrek van de deur gemakkelijk zijn;
Indien de deur in de open, gesloten of in een tussenstand wordt gestopt, moet zij in die stand blijven zonder te bewegen.
Als u voor de installatie van de aandrijving beschadigingen - slijtage of problemen bij het soepel lopen van de deur vaststelt, moet
u het gebruik onmiddellijk staken en de deur door gekwalifi ceerd personeel laten repareren!
• Controleer of de afmetingen van de aandrijving/rail (Afb. 8a - d) compatibel zijn met de voor de installatie gekozen ruimte.
• Een 230V stopcontact is vereist om het apparaat van stroom te voorzien. Deze moet door een gekwalifi ceerde elektricien op ca. 50
cm van de besturingseenheid worden geïnstalleerd.
OPMERKING: De standaard installatie van de "ADVANCE" aandrijving is ontworpen met de motorkop naar de zijkant van de
deur, op deze manier is er een minimale afstand voor aansluiting op de besturingseenheid. Als de inbouwsituatie de
standaardbevestiging niet toelaat, kan de aandrijving 180° gedraaid worden met de motorkop naar het midden van de garage. In het
laatste geval volgt u de onderstaande instructies.
Opmerking: Standaardinstallatie (Afb. 5a)
De STANDAARD installatie van de "ADVANCE" aandrijving is ontworpen met de motorkop naar de deurzijde en de looprail naar het
midden van de garage.
Opmerking: Niet-standaard installatie (Afb. 5b)
Als de installatieplaats installatie in de standaardpositie niet toelaat, moet de aandrijving worden omgedraaid en op de "traditionele"
manier worden geïnstalleerd.
In dat geval moet de ontgrendelingshendel in de werkstand (vergrendeld) worden gehouden, moet de hendel worden opgetild en 180°
worden gedraaid (Afb. 5), waarna hij weer op zijn plaats moet worden gezet. De rails kan nu met het kettingspangedeelte aan de deurstijl
worden bevestigd. Zodra dit is gebeurd, gaat u verder met de installatie vanaf punt 4.2.
4.2 Voorbereiding van de installatie (Afb. 8)
• Meet de breedte van de deur en markeer de middellijn met een merkteken op de bovenrand van de deur en ook op de bovendorpel.
• Tip voor een correcte installatie van de looprail in de lengteas van de deur. Open de garagedeur volledig en markeer de markering op
de bovenrand van de deur, ook op het plafond.
• Open en sluit de deur volledig door het hoogst bereikte punt (TLP) op de deur te markeren. De "TLP" en is het punt met de kleinste
afstand tussen deurrand en plafond.
• De optimale afstand tussen de TLP en het spoor/de motorkop is 10-20 mm. Het is een goede gewoonte om een hoek van 30° (of
minder) aan te houden tussen de aandrijfarm en de plafondrail.
• Zorg ervoor dat de rail perfect horizontaal is ten opzichte van het plafond wanneer hij gemonteerd is.
• Indien de installatie wordt uitgevoerd onder andere omstandigheden dan voorzien, kan het nodig zijn extra hoeksteunen en/of
zonnebeugels te gebruiken. Eventuele extra beugels moeten worden uitgesneden, ontbraamd en gemonteerd als aangegeven in Afb. 8.
• Om veiligheidsredenen moeten de ophangbeugels altijd ruim onder het voor de bevestiging te gebruiken gat worden afgezaagd (Afb.
8d).
84