Herunterladen Diese Seite drucken

Briggs & Stratton Vanguard 200000 Bedienungsanleitung Seite 68

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Vanguard 200000:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
Snelheidsaanpassing carburateur en motor
Pas nooit de carburateur en motorsnelheid aan. De carburateur was ingesteld in de
fabriek om onder de meeste omstandigheden doeltreffend te werken. Knoei niet met de
regulateurveer, verbindingen of andere onderdelen om de motorsnelheid te wijzigen.
Neem contact op met een Briggs & Stratton Geautoriseerd Service Center voor
onderhoud.
OPMERKING: De fabrikant van de apparatuur specificeert de maximum snelheid voor
de motor zoals geïnstalleerd op de apparatuur. Overschrijd deze snelheid niet. Als u
niet zeker weet wat de maximum snelheid van de apparatuur is of wat de motorsnelheid
ingesteld in de fabriek is, neem dan contact op met een Briggs & Stratton Geautoriseerd
Service Center voor bijstand. Voor een veilige en correcte werking van de apparatuur,
mag de motorsnelheid enkel aangepast worden door een kwalificeerde
onderhoudstechnicus.
De bougie controleren - Fig. 8
Controleer de elektrodeafstand (A, 8) met een draadvoeler (B). Verstel zonodig de
opening. Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel. Zie
voor afstelling van de opening of het aanhaalkoppel het Specificaties hoofdstuk.
Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een
weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
Uitlaat en vonkenvanger inspecteren - Fig. 7
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
In Californië is het een overtreding van de California Public Resource Code,
paragraaf 4442, om de motor te gebruiken of te laten draaien in bosgebied, of
op land met struiken of gras tenzij het uitlaatsysteem is voorzien van een
vonkenvanger zoals gedefinieerd in paragraaf 4442 die zodanig is onderhouden
dat hij goed werkt. Andere staten of landen kunnen soortgelijke wettelijke
voorschriften hebben. Neem contact op met de fabrikant van de apparatuur, de
wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger die is
gemaakt voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Verwijder opgehoopte rommel rondom de geluiddemper en de cilinder. Kijk de
geluiddemper (A, Fig. 7) na op scheurtjes, corrosie en andere beschadigingen.
Verwijder, indien aanwezig, de vonkenvanger (B) en kijk hem na op beschadigingen en
verstopping door koolvorming. Als u beschadigingen aantreft, installeer dan
vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt.
WAARSCHUWING:
de originele onderdelen en op dezelfde plaats worden gemonteerd. Andere
onderdelen bieden mogelijk minder goede prestaties, ze kunnen het apparaat
beschadigen en mogelijk letsel veroorzaken.
Olie verversen - Fig. 9
Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet
met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten,
servicecentrum of dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
Olie verwijderen
1. Ontkoppel, met de motor uit maar nog steeds warm, de bougiekabel (A) en houd
deze weg van de bougie (Fig. 10).
2. Verwijder de olie aftapplug (B, Fig. 9). Tap de olie af in een geschikte container.
Noot: Elke olie aftapplug (C) die getoond is kan in de motor gemonteerd zijn.
3. Installeer nadat de olie is afgetapt de olie aftapplug en draai deze vast.
Olie bijvullen
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
Raadpleeg het Specificaties hoofdstuk voor de oliecapaciteit.
1. Verwijder de peilstok (D, Fig. 9) en veeg deze af met een schone doek.
2. Giet de olie langzaam in de vulopening van de motor (E). Vullen tot het punt van
overlopen.
3. Plaats de peilstok. Draai deze niet of klem deze niet vast.
4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot bovenaan de markering
voor vol (F) op de peilstok staan.
5. Installeer de peilstok en draai deze vast.
68
Vervangingsonderdelen moeten identiek zijn aan
10
De luchtfilter onderhouden - Fig. 11
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtreiniger (indien de motor
hiermee is uitgerust) of verwijderd luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust).
OPGEPAST: Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om de luchtfilter te reinigen.
Perslucht kan de filter beschadigen en oplosmiddelen zullen de filter oplossen.
De luchtfilter gebruikt een gevouwen filter met een optionele voorfilter. De voorfilter kan
uitgewassen en opnieuw gebruikt worden.
Plat luchtfilter
1. Draai de bout (D) die het deksel bevestigt los (A). Zie Fig. 11.
2. Open jet deksel en verwijder voorfilter (C) en filter (B).
3. Tik om vuil los te maken voorzichtig tegen een hard oppervlak. Wanneer de filter erg
vuil is, vervang deze dan door een nieuwe filter.
4. Was de voorfilter in een vloeibaar oplosmiddel en water. Laat deze dan grondig
drogen. De voorfilter niet inoliën.
5. Assembleer de droge voorfilter tegen de filter met de lip (G) van de voorfilter tegen
de bodem van de filtervouwen.
6. De filter installeren.
7. Installeer de dekselnokken (E) in de sleuven (F).
8. Sluit het deksel en zet deze vast met de bout.
Olie van tandwielvertraging verversen - Fig. 12
Ga als volgt te werk wanneer uw motor is uitgerust met een tandwielvertraging.
1. Verwijder de olie vulplug (B) en de olie niveauplug (C).
2. Verwijder de olie aftapplug (A, Fig. 12) en tap de olie af in een geschikte container.
3. Installeer de olie aftapplug en draai deze vast.
4. Giet langzaam tandwielsmeermiddel in het olie vulgat (zie het Specificaties
hoofdstuk). Vullen tot de olie uit het niveaugat stroomt.
5. Installeer de olie niveauplug en draai deze vast.
6. Installeer de olie vulplug en draai deze vast.
Belangrijk: De olie vulplug heeft een ventilatiegaatje (D) en moet gemonteerd
worden aan de bovenkant van het deksel van de tandwielkast zoals getoond.
Brandstoffilter reinigen/vervangen - Fig. 13
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Houd benzine weg van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofslangen, tank, dop en nippels regelmatig op barsten of
lekkages. Zonodig vervangen.
Tap voordat u de brandstoffilter reinigt of vervangt eerst de brandstoftank af of
draai de brandstofkraan dicht.
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde
manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.
Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze verdampt is voordat de motor
gestart wordt.
1. Verwijder de tankdop (A, Fig. 13).
2. Verwijder de brandstoffilter (B).
3. Reinig of vervang de brandstoffilter wanneer deze vuil is. Gebruik een originele filter
bij vervanging.
Luchtkoelingsysteem reinigen - Fig. 14
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
VanguardEngines.com

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Vanguard 120000