Bediening
6.6
Ophalen, transporteren en leggen (manuele bediening)
1. Plaats het apparaat direct boven de lading. Vermijd het trekken onder een hoek en zorg voor een
gelijkmatige verdeling van de belasting.
2. Plaats het apparaat op de lading.
3. Schakel het apparaat in met de hoofdschakelaar AAN/UIT.
4. De lading wordt opgezogen.
5. Let op de manometer. Zodra een negatieve druk van -0,5 bar wordt bereikt, kunt u de lading optillen. In
geen geval zou de lading eerder worden opgetild, dan zou de lading naar beneden vallen.
Zorg er bij het tillen voor dat er slechts één stuk van de te tillen goederen tegelijk wordt gehesen.
Verwijder voorzichtig alle andere vastzittende onderdelen met een schroevendraaier voordat u het
onderdeel verder optilt.
Maak niet los met je handen, gevaar voor verplettering!
6. Transporteer het apparaat nu met de aangezogen lading naar de plaats van bestemming.
7. Laat de lading zakken en leg deze veilig neer op een vrije, vlakke ondergrond, zodat de lading niet kan
wegglijden of kantelen.
8. Schakel de oplaadbare membraanpomp uit met de hoofdschakelaar AAN/UIT.
Let op: bij het uitschakelen wordt de zuigleiding automatisch ontlucht, waardoor het vacuüm
afneemt. Verwijder altijd de voeten uit de gevarenzone!
52710008 / 52710009
18 / 28
NL