Veiligheid
2.9
Functionele en visuele controle
2.9.1 Algemeen
•
Voor elk gebruik op werking moet gecontroleerd worden of het toestel goed functioneert en of het
zich in goede staat bevindt.
•
Onderhoud, smering en opheffen van storingen aan het toestel mogen uitsluitend buiten bedrijf
plaatsvinden!
•
Bij gebreken die de veiligheid betreffen, mag het toestel pas nadat de gebreken volledig zijn
verholpen weer in gebruik worden genomen.
•
In geval van scheuren, kieren of beschadigingen aan gelijk welke delen van het apparaat moet elke
gebruik van het apparaat onmiddellijk stop gezet worden.
•
De handleiding van het toestel moet op de werklocatie altijd kunnen worden geraadpleegd.
•
De op het toestel aangebrachte typeplaatje mag niet worden verwijderd.
•
Onleesbare verwijzingsplaatjes (zoals verbods- en waarschuwingstekens) moeten worden
vervangen.
2.9.2 Elektrik
•
Controleer alle elektrische kabels voor elk gebruik op een correcte aansluiting.
•
Laat defecte elektrische onderdelen vervangen door gekwalificeerd personeel in
spanningsloze toestand.
•
De elektrische kabels mogen geen wrijvingspunten hebben en mogen tijdens de hef- en
daalbewegingen niet aan uitstekende randen vasthaken en zo loskomen.
52710008 / 52710009
9 / 28
NL