elektronica anders oververhit kan raken en de pomp automatisch kan
uitschakelen.
Schroefverbindingen om de pomp op de installatie te monteren zijn niet
bij de levering inbegrepen, maar kunnen als accessoire apart bij de
fabrikant besteld worden.
Bij het monteren van de pomp moeten nieuwe afdichtingen (bij de
levering inbegrepen) gebruikt worden.
Ter reducering van een eventuele geluidsoverdracht moet ter plaatse
voor geschikte ontkoppelingsmaatregelen of geluiddemping worden
gezorgd.
7.1
Elektrische aansluiting (zie afbeelding 7)
ATTENTIE
7.2
Inbedrijfstelling
ATTENTIE
De eenheid mag uitsluitend door een erkende elektricien
aangesloten worden. De pomp mag alleen met de
stekker die bij de pomp geleverd is op het
elektriciteitsnet aangesloten worden.
De juiste manier op de stekker aan te sluiten is getoond
in afbeelding 7.
Een aparte onderbreker met een nominale waarde van
10A moet op de fase voor de pomp gemonteerd
worden.
De pomp moet met een permanente kabel op de stroom
aangesloten worden. Er mag geen wandcontactdoos
gebruikt worden.
Beschermingsklasse I: de pomp moet geaard worden
door de aarddraad met de beschermende aarddraad
van het stroomnet te verbinden.
De pomp moet van het stroomnet gescheiden kunnen
worden met een schakelaar met een opening tussen de
contacten van minimaal 3 mm waarbij zowel de fase- als
de neutrale draden losgekoppeld moeten worden
(overspanningscategorie III).
Het is niet toegestaan om de pomp droog te laten
draaien, omdat dit binnen zeer korte tijd onherstelbare
schade aan de lagers kan veroorzaken. Vul de pomp
met vloeistof voordat u de pomp voor de eerste keer
opstart.
75