Bediening Van De Ventilator; Verlichting; Binnenthermostaat; Uitschakelen - Truma S 3004 Gebrauchsanweisung

Als de vlam tijdens de werking dooft, vindt binnen de sluittijd
van de ontstekingszekering (ca. 30 seconden) een onmiddel-
lijke nieuwe ontsteking plaats.
Als er geen vlam tot stand komt, werkt de ontstekingsauto-
maat verder, tot aan de bedieningshendel (a) op „0" gescha-
keld wordt.
Indien de gastoevoerleiding met lucht gevuld is, kan het twee
minuten duren, voor er gas voor de verbranding beschikbaar
is. Ondertussen moet de bedieningshendel ingedrukt blijven,
tot de vlam brandt.
3. Om een gelijkmatige en snelle warmeluchtverdeling en een
daling van de oppervlaktetemperaturen aan het uitlaatrooster
voor warme lucht te verkrijgen, raden wij aan, de verwarming
met een lopende Truma warmeluchtinstallatie te gebruiken.

Bediening van de ventilator

a = Draaiknop / schaal voor het ventilatorvermogen (1 – 5)
b = Draaiknop / schaal voor de modi
A Automaat – De elektronica regelt het vereiste
ventilatorvermogen en begrenst het
toerental op de ingestelde waarde.
0 UIT – Ventilator uitschakelen.
M Manueel – Het gewenste ventilatorvermogen
instellen.
Boosterstand – Ventilatorvermogen op maximum-
waarde instellen (voor maximale
luchtvolumestroom).

Verlichting

De verlichting (optioneel) voor de bedieningselementen wordt
door een naderingsschakelaar geactiveerd. Daarvoor boven-
aan in het midden van de afdekking drukken. Zo wordt de ver-
lichting gedurende ca. 20 seconden ingeschakeld.
Na iedere totstandbrenging van de 12 V-spanningstoe-
voer wordt de sensorelektronica van de verlichting geijkt.
Dit kan enkele seconden duren. Tijdens de ijking de afdekking
niet aanraken.
a
2
1
b
3
A
O
M
4
5

Binnenthermostaat

Een gemiddelde binnentemperatuur van ca. 22 °C bereikt u
zonder ventilatorwerking met een thermostaatinstelling van
ca. 3. Wij raden de werking met ventilator en een thermos-
taatinstelling van ca. 4 voor een behaaglijke warmeluchtverde-
ling en ter verlaging van condensatie op koude oppervlakken
aan.
De precieze thermostaatinstelling moet volgens de bouwwijze
van het voertuig en volgens de individuele warmtebehoefte
bepaald worden.
De thermostaatsensor bevindt zich onderaan de verwar-
ming. Houd er rekening mee, dat koude tocht door koel-
kastventilaties, deurkieren enz. of een hoogpolig tapijt de ther-
mostaat ongunstig beïnvloeden. Dergelijke storingsbronnen
moeten in elk geval vermeden worden, omdat anders geen
bevredigende temperatuurregeling gegarandeerd is.

Uitschakelen

Bedieningshendel van de verwarming op „0" zetten (de ont-
stekingsautomaat wordt hierdoor tegelijk uitgeschakeld).
Ventilator uitschakelen (draaischakelaar op „0" zetten).
De snelsluitkraan in de gastoevoerleiding en de gasfles sluiten
als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt
wordt.

Onderhoud

Bij storingen kunt u zich tot het Truma Servicecentrum wen-
den of tot een van onze erkende servicepartners (zie Truma
Serviceblad of www.truma.com).
Ondanks een zorgvuldige productie kan de verwarming
scherpe hoeken hebben, draag daarom bij onderhouds-
en reinigingswerkzaamheden altijd veiligheidshandschoenen!
Neem de ESD-voorschriften in acht!
Wegens het risico van een statische oplading kan de
elektronica beschadigd worden. Reparaties mogen uitsluitend
door een vakman uitgevoerd worden!
Reiniging (alleen bij een uitgeschakeld
apparaat!)
Het is raadzaam, ten minste een keer per jaar voor het begin
van de winter het stof dat zich aan de warmtewisselaar, de
vloerplaat en de ventilatorwaaier van de Truma warmeluchtin-
stallatie ophoopt te verwijderen. De ventilatorwaaier voorzich-
tig met een penseel of een kleine borstel reinigen.
31