Vervangen Van De Filters - Lincoln Electric MOBIFLEX 300-E Betriebsanleitung

Fig. 6.2
• Til de complete filtermodule (C) met behulp van de
handgreep (A) op het deurtje (B) naar boven totdat de
filtermodule hoorbaar in de servicepositie wordt
vergrendeld.
C
Fig. 6.2: Optillen van de filters
Fig. 6.3
• Open het deurtje en neem achtereenvolgens de
vonkenvanger (C), de ionisator (D), de collector (B) en het
nafilter (A) uit.
A
Fig. 6.3: Uitnemen van de filters
6.2.2 Reiniging van de vonkenvanger en het nafilter
De vonkenvanger en het nafilter kunnen op verschillende wijzen
worden gereinigd:
- iin heet water (ca. 60°C) waaraan een schoonmaakmiddel
voor huishoudelijk gebruik is toegevoegd. Deze behandeling
kan een groot aantal malen worden herhaald; of
- met behulp van een hogedrukreiniger; of
- wanneer de vervuiling bestaat uit droge stofdeeltjes: met
behulp van een persluchtspuit (werkdruk 500-600 kPa).
• Reinig de vonkenvanger en het nafilter.
• Laat beide filters zeer goed drogen.
6.2.3 Reiniging van de ionisator en de collector
De ionisator en de collector kunnen op verschillende wijzen
worden gereinigd:
- in heet water (ca. 60°C) waaraan een oplossing van 2% EFC
is toegevoeg (aanbevolen manier); of
- met behulp van een hogedrukreiniger.
0507250020/010513/F Mobiflex 300-E
A B
B
4
3
1
2
C
EFC is een speciaal voor reiniging van elektrostatische
filtercellen ontwikkeld schoonmaakmiddel, dat
verkrijgbaar is bij uw leverancier. Volg altijd de
instructies op de verpakking en gebruik, met name
voor het reinigen van de ionisator, een kwastje.
• Reinig de ionisator en de collector.
• Laat beide filtersecties zeer goed drogen.
• Controleer de ionisator op gebroken ionisatiedraden.
Vervang gebroken draden.
• Controleer de collector op verbogen lamellen. Buig kromme
lamellen voorzichtig recht met een schroevendraaier.
6.2.4 Montage van de filters
• Plaats de gedemonteerde filters in omgekeerde volgorde
terug.
Fig. 6.4
Let op de correcte positie van de ionisator (C) en de
collector (A). Hiertoe zijn op beide filtersecties pijlen
aangebracht, die de luchtstroom aangeven. Let ook op
de positie van de contactstift (D) en de contactveer
(B).
D B
D
Fig. 6.4: Montage van de filters
6.3

Vervangen van de filters

Het filterpakket kan vele malen worden gereinigd en
hergebruikt. Echter, de filters moeten worden vervangen:
- bij beschadiging
- wanneer ze niet meer in voldoende mate gereinigd kunnen
worden
6.3.1 Actief koolfilter (optie)
Het actief koolfilter kan niet worden gereinigd.
Vervang het actief koolfilter:
- bij waarneming van geur/stank; of
- bij beschadiging.
• Vervang indien nodig het actief koolfilter.
A
B
C
NL - 7