g TONE
Druk op [TONE] om de Toonfunctie aan te zetten.
Met iedere druk op [TONE] doorloopt de functie het volgende: Toon ON ➡ CTCSS ON ➡ DCS ON
➡ Kruistoon ON ➡ OFF.
h REV
Druk op [REV] om de Omkeerfunctie aan of uit te zetten.
Druk op [REV] (1s) om de Automatic Simplex Checker (Automatische simplex-controle)
aan te zetten.
i LOW
Druk op [LOW] om als volgt tussen de stroomsterkten voor zendingen te wisselen:
➡
Gemiddeld
Laag
j PF1
Druk op [PF1] om de programmeerbare functie te activeren. De standaardfunctie is
"Frequentieband selecteren".
k PF2
Druk op [PF2] om de programmeerbare functie te activeren. De standaardfunctie is
"Functieband selecteren".
l BAND SEL (VOL) bediening
Draai de bedieningsknop [BAND SEL] om het luidsprekervolume in te stellen.
Druk op de linkerknop [BAND SEL] om de A-band te selecteren. Druk op de
rechterknop [BAND SEL] om de B-band te selecteren.
Druk op [BAND SEL] (1s) om te wisselen tussen de enkele en dual-bandmodus.
m SQL-bedieningsknop
Draai de bedieningsknop [SQL] om het squelch-niveau in te schakelen. Draai naar
rechts om de squelch te draaien en naar links om deze dicht te openen.
n TNC
Druk op [TNC] om de ingebouwde TNC AAN en ook de APRS (of NAVITRA) functie
AAN te zetten.
Telkens wanneer u op [TNC] drukt verandert de functiekeuze als volgt: APRS (of
NAVITRA) functie AAN
•
Wanneer de ingebouwde TNC wordt ingeschakeld, verschijnt er "OPENING TNC" op het
scherm.
•
Zolang er "OPENING TNC" op het scherm zichtbaar is, kan de functie niet worden
omgeschakeld.
o PM
Druk op [PM] om de selectiemodus van het PM (Programmeerbaar geheugen)-kanaal
te openen.
p
Druk op [ ] om de zendontvanger aan of uit te zetten.
➡
Hoog.
➡
PACKET functie AAN
➡
TNC UIT.
N-9