■ Netsnoeraansluiting
Als u de zendontvanger wilt gebruiken voor een permanent station, hebt u een
afzonderlijke gelijkstroomvoeding nodig van 13,8 V. Deze dient u apart aan te schaffen.
De aanbevolen huidige stroomvoeding is 13 A.
Opmerking: Steek de gelijkstroomvoeding niet in een wisselstroomcontact totdat u alle aansluitingen hebt
gemaakt.
Gereguleerde gelijkstroomvoeding
1 Zorg ervoor dat zowel de zendontvanger als de gelijkstroomvoeding beide
uitgeschakeld zijn.
2 Sluit het gelijkstroomsnoer aan op de gereguleerde gelijkstroomvoeding en
controleer dat u de juiste polen hebt aangesloten (Rood: positief, Zwart: negatief).
•
Gebruik het bijgeleverde gelijkstroomsnoer om de zendontvanger aan te sluiten op
een gereguleerde stroomvoorziening. Sluit de zendontvanger niet direct aan op een
wisselstroomcontact.
•
Vervang het snoer niet door kleinere meetdraden.
3 Sluit het gelijkstroomnetsnoer aan op de zendontvanger.
•
Druk de aansluitingen goed op elkaar totdat deze in elkaar klikken.
Opmerking: Voor het volledig benutten van uw zendontvanger, raden wij aan een optionele PS-60 (20,5 A,
25% bedrijfscyclus) netvoeding te gebruiken.
Zwarte (–) kabel
Zekeringhouder
Rode (+) kabel
Gelijkstroomkabel
Zekeringhouder
N-5