laadstroom wordt verlaagd totdat deze onder het
gedefinieerde niveau ligt. De laadspanning zakt dan
naar 13,8V/13,5V, afhankelijk van het gekozen laad-
programma, voordat het onderhoudsladen begint.
Tijdens het laden wordt het laden van de accu
aangegeven via het aantal LED's dat brandt. Het knip-
perende segment boven deze LED's geeft actief laden
aan. Zodra de accu volledig is opgeladen, blijven alle
5 LED-segmenten branden.
Bij een gemeten accuspanning van minder dan 2,0
V, gaat de lader naar de foutmodus. Als het lithium-
laadprogramma is geselecteerd, start de lader vanaf 0
V.
Analyse achteraf
De lader analyseert de accu na de laadfase opnieuw.
Als de lader een fout in de accu waarneemt, gaat de
waarschuwingsdriehoek knipperen. Via een analyse
achteraf kunnen er accu's worden ontdekt met kortslu-
iting in afzonderlijke cellen. Dit kan niet bij de analyse
vooraf. Als de accuspanning binnen 2 min. daalt tot
onder de 12,0V, gaat de lader naar de foutmodus. De
laadcyclus wordt stopgezet.
Onderhoudsladen
240 uur nadat de accu volledig is opgeladen, gaat
de lader naar de slaapmodus. Dit wordt aangegeven
doordat alle accu-LED's langzaam knipperen. Deze
modus heeft een zeer laag stroomverbruik.
Na een week in de slaapmodus, ontwaakt de lader.
Deze begint vervolgens een nieuwe laadcyclus.
De lader ontwaakt ook om een nieuwe laadcyclus te
beginnen als de accuspanning daalt tot onder de 12,6V.
Dutch
77