Comelit Ultra UT9270 Programmieranleitung Seite 41

• Supercode: code (minimaal 4 cijfers) die de autorisatie geeft om de Touch-module te programmeren
(standaard: 778899)
• Lengte toegangscode (aant. cijfers): aantal tekens waaruit de toegangscode is samengesteld (van 4 tot
6, standaard: 5)
• Type systeem: selecteren van het type systeem waarin de Touch-module is aangebracht.
◊ ViP: standaard ViP-systeem.
◊ ViP - Lijst gesynchroniseerd met Simplekey: ViP-systeem met gebruikerslijst die gesynchroniseerd is
met Simplekey-module art. SK9020. De status van de RFID-lezer wordt op het display weergegeven
met de betreffende symbolen.
◊ ViP - Lijst gesynchroniseerd met Gateway: ViP-systeem met bewonerslijst die is gesynchroniseerd met
multi-user gateway art. 1456B.
◊ Simplebus: systeem Simplebus
◊ Simplebus Top: systeem Simplebus Top
◊ Indirecte oproep Simplebus: Simplebus-systeem met oproep via alias
◊ Indirecte oproep Simplebus Top: Simplebus Top-systeem met oproep via alias
◊ Simplebus - Lijst gesynchroniseerd met Simplekey: systeem Simplebus met gebruikerslijst die
gesynchroniseerd is met Simplekey-module art. SK9020. De status van de RFID-lezer wordt op het
display weergegeven met de betreffende symbolen.
◊ Simplebus Top - Lijst gesynchroniseerd met Simplekey: systeem Simplebus Top met gebruikerslijst
die gesynchroniseerd is met Simplekey-module art. SK9020. De status van de RFID-lezer wordt op het
display weergegeven met de betreffende symbolen.
◊ Simplebus - Lijst gesynchroniseerd met Residor/Resipro: systeem Simplebus met gebruikerslijst die
gesynchroniseerd is met de software Residor/Resipro
◊ Simplebus Top - Lijst gesynchroniseerd met Residor/Resipro: systeem Simplebus Top met
gebruikerslijst die gesynchroniseerd is met de software Residor/Resipro
• Hoofdtaal: selecteren van de weergavetaal van de menu's en van de waarschuwingsberichten (standaard
Engels)
PATTERN VAN SAMENSTELLING
• Maximaal aantal in te voeren cijfers: selecteren van het maximum aantal cijfers dat de gebruiker met het
keypad van de Touch-module kan invoeren.
• Onderverdelingspunten: klik op het vakje om de onderverdelingspunten in te voeren.
• Patroon: veld waarin het ViP-adres moet worden ingevoerd, wat automatisch gebeurt na het intypen van
de code.
• Verdeelteken na cijfers invoegen: indien anders dan nul, wordt automatisch het verdeelteken "-"
ingevuld tijdens het intypen van de oproepcode in de positie aangegeven in de parameter
Voorbeeld
De functie wordt gebruikt indien u het aantal ViP-adressen wilt beperken dat door een deurstation kan worden
bereikt. Een deel van de ViP-code wordt automatisch ingevuld door de Touch-module op basis van het
ingevoerde numerieke patroon, terwijl de laatste cijfers moeten worden ingevoerd door de gebruiker afhankelijk
van het gewenste oproepadres.
Telkens wanneer een onderverdelingspunt wordt ingevoerd, wordt er een groep cijfers aangemaakt met een
bepaalde kleur. In dit geval zijn het er drie
• Groep 1 (groen)
• Groep 2 (fuchsia)
• Groep 3 (roze)
Indien de bovenstaande parameters zijn ingesteld, volgen hier enkele voorbeelden van het gedrag van de
Touch-module wanneer de gebruiker het ViP-adres invoert:
41