Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 144

EERSTE GEBRUIK

VERMOGENSREGELING
Sommige modellen zijn uitgerust met een functie voor
vermogensbegrenzing (Vermogensregeling). Met deze functie kan het
totale door de kookplaat opgewekte vermogen worden ingesteld op
verschillende, door de gebruiker gekozen waarden. Het menu voor
vermogensbegrenzing kan in de eerste minuut na het aansluiten van
de kookplaat op de stroomvoorziening worden geopend.
1.
Druk gedurende drie seconden op de toets
verschijnen op de indicator van de kookwekker (12)
2.
Druk op de toets voor blokkering
vermogenswaarden waarop de kookplaat kan worden begrensd
verschijnen. De waarden kunnen worden gewijzigd met de
toetsen
(11) en
(10).
3.
Druk nadat u uw keuze heeft gemaakt nogmaals op de toets voor
blokkering
(6). De kookplaat wordt begrensd op de gekozen
vermogenswaarde.
De beschikbare vermogens zijn:
2 kW - 2,5 kW - 3 kW - 3,5 kW - 4 kW - 4,5 kW - 5 kW - 5,5 kW - 6 kW - 6,5
kW - 7 kW
Om de waarde opnieuw te wijzigen, haalt u de stekker van de
kookplaat enkele seconden uit het stopcontact. Zo komt u weer in het
menu voor vermogensbegrenzing.
Telkens wanneer het vermogensniveau van een kookplaat wordt
gewijzigd, berekent de vermogensbegrenzer het totale vermogen dat
de kookplaat genereert. Als de vermogensgrens is bereikt, kan het
vermogensniveau van die kookplaat niet verder worden verhoogd. De
kookplaat laat een piep horen en de vermogensindicator (3) knippert
op het niveau dat niet kan worden overschreden. Om het vermogen
toch te verhogen, moet u het vermogen van de andere kookplaten
verlagen. Soms is het niet voldoende om het vermogen van een andere
plaat met één niveau te verlagen om vermogen van een andere plaat
te kunnen verhogen.
Om het niveau van een grote kookplaat te verhogen, moet het niveau
van meerdere kleinere platen worden verlaagd.
Als u de functie snel inschakelen op maximaal vermogen gebruikt en
deze waarde hoger is dan de door de begrenzer ingestelde waarde,
zal de kookplaat op het hoogst mogelijke niveau worden ingesteld.
De kookplaat laat een pieptoon horen en het ingestelde vermogen
knippert tweemaal op de indicator (3).
Het vermogen van de kookplaat instellen:
Alleen zichtbaar als de kookplaat is ingeschakeld.
Het vermogen wordt ingesteld met de tiptoetsen. De tiptoets hoeven
niet hard te worden ingedrukt, een aanraking met de vingertop is
voldoende om de gewenste functie te activeren.
Elke aanraking wordt door een pieptoon bevestigd.
Gebruik de schuifregelaar (2) om de vermogensniveaus (0 - 9) aan te
passen door er met een vinger over te glijden. Schuif naar rechts om de
waarde te verhogen en naar links om te verlagen.
U kunt ook rechtstreeks een vermogensniveau kiezen door een vinger
op een gewenst punt van de schuifregelaar (2) te plaatsen
Om op deze modellen een plaat te selecteren, raakt u de
schuifregelaar (2) rechtstreeks aan.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
1 Raak de hoofdschakelaar
De aanraakbediening wordt actief, er klinkt een pieptoon en de
controlelampjes (3) lichten op en geven "-" weer. Als een kookzone
heet is, knippert de letter H op de betreffende indicator.
Als u binnen 10 seconden na inschakeling geen keuze maakt,
wordt de aanraakbediening automatisch uitgeschakeld. Wanneer
de aanraakbediening geactiveerd is, kunt u deze altijd weer
uitschakelen door de hoofdschakelaar
wanneer deze geblokkeerd is (blokkeringsfunctie geactiveerd). De
hoofdschakelaar
(1) heeft altijd voorrang bij het uitschakelen van
de aanraakbediening.
(11). De letters PL
(6). De verschillende
(1) minstens een seconde aan.
(1) aan te raken, zelfs
DE PLATEN AANZETTEN
Zodra de aanraakbediening met de hoofdschakelaar
is geactiveerd, kan elke plaat op de volgende manier worden
ingeschakeld:
1.
Schuif met de vinger of raak een van de schuifregelaars (2)
op een willekeurige plek aan. De zone is geselecteerd en
tegelijkertijd wordt het vermogensniveau ingesteld tussen 0 en
9. Het vermogensniveau wordt getoond op de bijbehorende
vermogensindicator en het decimaalpunt (4) blijft gedurende 10
seconden branden.
2.
Gebruik de schuifregelaar (2) om een nieuw niveau tussen 0 en 9
te kiezen.
Zolang de plaat geselecteerd is, d.w.z. zolang het decimaalpunt (4)
oplicht, kan het vermogensniveau ervan worden gewijzigd.
EEN PLAAT UITZETTEN
Met de schuifregelaar (2) verlaagt u het vermogen naar niveau 0. De
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Na het uitschakelen van een kookplaat verschijnt er een H in de
vermogensindicator (3) als het glazen oppervlak van de bijbehorende
kookzone heet is en er gevaar voor verbranding bestaat. Wanneer
de temperatuur daalt, schakelt de indicator (3) uit (als de kookplaat
wordt uitgeschakeld), of wordt "-" getoond (als de kookplaat nog is
ingeschakeld).
ALLE PLATEN UITZETTEN
Alle platen kunnen gelijktijdig worden uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar
(1). Alle indicatoren (3) gaan uit. Als de
uitgeschakelde zone heet is, toont de indicator een H.
NL
(1)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis