Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Briggs & Stratton Snow Serie Bedienungsanleitung Seite 69

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Snow Serie:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
Onderhoud
Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton dealer raadpleegt.
OPGEPAST: Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten op
hun plaats blijven voor een juiste werking.
WAARSCHUWING:
Wanneer onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor
de unit gekanteld moet worden, dient de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er
brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie.
Emissiebeheersing
Onderhoud, vervanging of reparatie van emissiebeheersing voorzieningen en
systemen kunnen uitgevoerd worden door elke reparatie-inrichting of - -individu
voor "non-road" motoren. Echter, voor het verkrijgen van gratis emissiebeheersing
service moet het werk worden uitgevoerd door een door de fabriek geautoriseerde
dealer. Zie de Emissies Garantie.
WAARSCHUWING
Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische
amputatie, of verscheuring.
Brandgevaar
Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd:
Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de bougie.
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met
elektrostart).
Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen
om het motortoerental te verhogen.
Vervangingsonderdelen moeten identiek zijn aan de originele onderdelen en op
dezelfde plaats worden gemonteerd. Andere onderdelen bieden mogelijk minder
goede prestaties, ze kunnen het apparaat beschadigen en mogelijk letsel
veroorzaken.
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf.
Bij het controleren op vonken:
Gebruik een goedgekeurde vonktester.
Controleer niet op vonken met de bougie verwijderd.
Onderhoudskaart
Eerste 5 uur
Olie verversen
Iedere 8 uur of dagelijks
Controleer het oliepeil
Iedere 50 uur of jaarlijks
Ververs de olie
Controleer uitlaat en --afscherming
Jaarlijks
Bougie Vervangen
Klepspeling controleren *
*
Niet nodig tenzij er prestatieproblemen van de motor optreden.
Snelheidsaanpassing carburateur en motor
Pas nooit de carburateur en motorsnelheid aan. De carburateur was ingesteld in de
fabriek om onder de meeste omstandigheden doeltreffend te werken. Knoei niet met de
regulateurveer, verbindingen of andere onderdelen om de motorsnelheid te wijzigen.
Neem contact op met een Briggs & Stratton Geautoriseerd Service Center voor
onderhoud.
OPMERKING: De fabrikant van de apparatuur specificeert de maximum snelheid voor
de motor zoals geïnstalleerd op de apparatuur. Overschrijd deze snelheid niet. Als u
niet zeker weet wat de maximum snelheid van de apparatuur is of wat de motorsnelheid
ingesteld in de fabriek is, neem dan contact op met een Briggs & Stratton Geautoriseerd
Service Center voor bijstand. Voor een veilige en correcte werking van de apparatuur,
mag de motorsnelheid enkel aangepast worden door een kwalificeerde
onderhoudstechnicus.
De bougie vervangen - Fig. 7
Controleer de afstand (A, Fig. 7) met een draadvoeler (B). Stel zonodig de afstand
opnieuw in en draai de bougie met het voorgeschreven aanhaalmoment vast. Zie voor
instellen van de afstand de Specificaties sectie.
Noot: In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een
weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
Uitlaat en Vonkenvanger Inspecteren - Fig. 8
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
In Californië is het een overtreding van de California Public Resource Code,
paragraaf 4442, om de motor te gebruiken of te laten draaien in bosgebied, of
op land met struiken of gras tenzij het uitlaatsysteem is voorzien van een
vonkenvanger zoals gedefinieerd in paragraaf 4442 die zodanig is onderhouden
dat hij goed werkt. Andere staten of landen kunnen soortgelijke wettelijke
voorschriften hebben. Neem contact op met de fabrikant van de apparatuur, de
wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger die is
gemaakt voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Verwijder opgehoopte rommel rondom de geluiddemper en de cilinder. Kijk de
geluiddemper (A, Fig. 8) na op scheurtjes, corrosie en andere beschadigingen.
Verwijder, indien aanwezig, de vonkenvanger (B) en kijk hem na op beschadigingen en
verstopping door koolvorming. Als u beschadigingen aantreft, installeer dan
vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt.
WAARSCHUWING:
Vervangingsonderdelen moeten identiek zijn aan
de originele onderdelen en op dezelfde plaats worden gemonteerd. Andere
onderdelen bieden mogelijk minder goede prestaties, ze kunnen het apparaat
beschadigen en mogelijk letsel veroorzaken.
Luchtfilter
Deze motor is niet uitgerust met een luchtfilter. Gebruik deze motor NIET voor wat
dan ook anders dan het verwijderen van sneeuw.
Olie verversen - Fig. 9
10
Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet
met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten,
servicecentrum of dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
Olie verwijderen
1. Met uitgezette, maar nog warme motor, de bougiekabel (A) ontkoppelen en
weghouden van de bougie (Fig. 12).
2. Verwijder de olie afstapdop (E, Fig. 9, 10). Tap de olie af in een goedgekeurde
container.
3. Nadat de olie is afgetapt, de olie aftapdop installeren en vastdraaien.
Olie bijvullen
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
Zie het Specificaties hoofdstuk voor de oliecapaciteit.
Modellen met korte peilstok
1. Verwijder de peilstok (F, Fig. 10) en veeg hem schoon met een schone doek.
2. Giet de olie langzaam in de olietank van de motor (E). Doorvullen tot hij bijna
overloopt.
3. Installeer de peilstok maar schroef hem niet verder in. Verwijder hem en controleer
het oliepeil. Het oliepeil moet tot aan de markering FULL (G) zitten op de peilstok.
4. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
Modellen met verlengde peilstok
1. Verwijder de peilstok (F, Fig. 11) en veeg hem schoon met een schone doek.
2. Giet de olie langzaam in de olietank van de motor (E). Niet te vol gieten. Wacht na
het vullen van de olie één minuut en controleer het oliepeil dan weer.
3. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de
"full" markering (G) op de peilstok zitten.
5. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
nl
11
12
69

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Professional serie100000130000

Inhaltsverzeichnis