VERTO 50G175 Betriebsanleitung Seite 61

VOORBEREIDING
ACCU PLAATSEN / WEGNEMEN
• Plaats de draairichting schakelaar (3) in de midden stand.
• Druk op de knoppen (4) en trek de accu (5) naar beneden (afb. A).
• Plaats de opgeladen accu (5) in de handvat zodat de knoppen van
de blokkade een geluid geven (4).
ACCU OPLADEN
Boorschroevendraaier wordt tezamen met gedeeltelijk opgeladen
accu geleverd. Het opladen van de accu dient in de temperatuur
o o
tussen 4 C – 40 C gebeuren. Een nieuw accu of een door een langere
periode niet gebruikte accu gaat de volledige aandrijvingsvermogen
na ong. 5 oplaadbeurten bereiken.
• De netwerkspanning moet met de spanning weergegeven op
het typeplaatje van de oplader overeenkomen.
• Alvorens met het opladen te beginnen, controleer eerst de
toestand van de oplader, het oplaadstation en spanningskabel.
• Om de accu op te laden, gebruik alleen de oplader en het
oplaadstation die met de boorschroevendraaier geleverd worden.
• Het is verboden om de oplader en het oplaadstation aan regen
of wateroverlast bloot te stellen.
• Plaats de draairichting schakelaar (3) in de midden stand.
• Neem de accu (5) uit de boorschroevendraaier weg (afb. A).
• Plaats de accu (5) in het stopcontact van het oplaadstation (10)
(afb. B).
• Sluit de kabel van de oplader op het stopcontact van het
oplaadstation aan.
• Sluit de oplader op het stopcontact van het netwerk aan (230 V).
Er gaan twee diodes op het oplaadstation (10) branden, een rode en
groene. Het branden van de rode diode geeft de aansluiting van het
oplaadstation op het netwerk weer. Het branden van de groene diode
geeft het proces van het opladen van de accu weer. Afhankelijk van
het oplaadniveau wordt de accu binnen 3 tot 5 uur opgeladen.
De accu mag maximaal 8 uur opgeladen te worden. Het
overschrijden van deze tijd kan beschadiging van de accucellen
veroorzaken. Het oplaadstation schakelt niet automatisch uit na het
volledig opladen van de accu. De rode diode op het oplaadstation
gaat verder branden. Alvorens de verbinding tussen de accu
en het oplaadstation te onderbreken, trek de spanningskabel
eruit. Vermijd aan elkaar volgende korte oplaadbeurten. Laad
de accu na kort gebruik van boorschroevendraaier niet bij. Het
heet worden van de oplader en accu tijdens het opladen vormt
een normaal verschijnsel. De aanzienlijke verkorting van de
gebruikstijd tussen de oplaadbeurten getuigt over slijtage van
de accu die vervangen dient te worden.
Door het opladen worden de accu's heel erg warm. Wacht even
voor gebruik totdat de accu op kamertemperatuur is gekomen.
Dit zal schade aan de accu te voorkomen.
BOORKOP REM
De boor-schroefmachine heeft elektronische rem die onmiddellijk
stopt de boorkop na het loslaten van de schakelaarknop (6). Deze rem
verzekert nauwkeurig schroeven en boren, en laat niet toe vrije rotatie
van de boorkop wanneer het is uitgeschakeld.
WERKING / INSTELLINGEN
AAN- / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de schakelaar (6).
Uitzetten – maak de schakelaar (6) los.
Elk indrukken van de schakelaar (6) laat de diode (LED) (7) die de
werkplek verlicht branden.
AFSTELLING VAN DE TOEREN
De boor-en schroefsnelheid kan tijdens het werk worden ingesteld
door het verhogen/verlagen van de druk op de schakelaar (6).
Toerentalregeling maakt trage start mogelijk, wat bij het boren van
gaten in het gips of glazuur voorkomt slippen van de boor en bij
schroeven/losschroeven helpt het werk te controleren.
OVERBELASTINGSKOPPEL
Het plaatsen van de ring (2) in de gekozen toestand veroorzaakt het
duurzaam instellen van de koppel op het bepaalde krachtmoment.
Na het bereiken van de waarde van het ingestelde krachtmoment
de overbelastingskoppel gaat automatisch uitgezet worden. Op die
manier gaat de schroef niet te diep en de boorschroevendraaier niet
beschadigd raakt.
REGELEN VAN KRACHTMOMENT
• Voor verschillende schroeven en verschillende materialen worden
verschillende krachtmomenten toegepast.
• Hoe groter het krachtmoment des te groter het aantal dat aan
bepaalde ligging beantwoordt (afb. C).
• Stel de ring (2) op de bepaalde waarde van het krachtmoment in.
• Begin altijd met het moment met lagere waarde.
• Vergroot het moment stapsgewijs totdat het juiste resultaat bereikt
wordt.
• Om de schroeven los te draaien, kies de hogere instellingen.
• Om te boren kies de instellingen met een boor gemarkeerd. Bij deze
instelling wordt de hoogste waarde van het krachtmoment bereikt.
• Tezamen met ervaring stijgt de vaardigheid om de juiste instellingen
te kiezen.
De overbelastingskoppel is niet actief indien de ring in de
boorpositie zich bevindt.
MONTAGE VAN HET WERKSTUK
• Plaats de draairichting schakelaar (3) in de midden stand.
• Grijp de achterring (12) van houvast (1) en door met de voorring
naar rechts te draaien open de kaken, die het plaatsen van de boor
of uiteinde mogelijk maken (tek. D).
• Plaats de boor of uiteinde in de opening in de houvast (1).
61