Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Speciale Beperkingen; Platformcapaciteit; Handmatige Kracht; Waarnemingssysteem Platformoverbelasting - Upright AB60JRT Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Speciale beperkingen

Rijden met het platform omhoog mag alleen op kruip-
snelheid. Het heffen van het platform mag alleen op
een vlakke, stevige ondergrond.
A
Gevaar
De heffunctie mag ALLEEN gebruikt worden als het
werkplatform vlak en op een stevig oppervlak staat.
Het werkplatform mag NIET over ongelijk, ruw of
zacht terrein gereden worden.

Platformcapaciteit

Er mogen twee mensen en hun gereedschap op het
platform. De maximum platformcapaciteit voor het plat-
form staat vermeld in de 'specifi caties' op pagina 20.
A
Gevaar
De platformcapaciteit MAG NIET overschreden wor-
den en er mogen niet meer mensen op deze machi-
ne dan toegestaan is.

Handmatige kracht

Handmatige kracht is de kracht die door de inzittenden
op objecten zoals muren of andere structuren buiten
het werkplatform uitgeoefend wordt.
De maximum toelaatbare handmatige kracht is beperkt
tot 200 N kracht per inzittende met een maximum van
400 N voor twee inzittenden.
A
Gevaar
Overschrijd de maximum toegestane handmatige
kracht voor deze machine NIET.

Waarnemingssysteem platformoverbelasting

Als de overbelastingslimiet van het platform overschre-
den wordt, stoppen alle functies van de bovenste en
onderste bedieningen. De hoorn klinkt met tussenpo-
zen en het lampje van de platformoverbelasting knip-
pert totdat de overbelasting van het platform verwijderd
wordt. Dan worden de machinefuncties weer hervat.
Als het platform aanzienlijk overbelast wordt, of als een
opwaartse kracht op het platform groter is dan 2225 N
dan gaat het systeem in de foutstand. Dan stoppen alle
functies van de bovenste en onderste bedieningen. De
KRACHT
VAN.
m/s
BEAUFORT
3
3,4~5,4
4
5,4~8,0
5
8,0~10,8
6
10,8~13,9
7
13,9~17,2
AB60JRT
WINDSNELHEID
km/u
ft/s
12,25~19,4
11.5~17.75
7.5~12.0
19,4~28,8
17.75~26.25
12.0~18
28,8~38,9
26.25~35.5
18~24.25
38,9~50,0
35.5~45.5
24.5~31
50,0~61,9
45.5~56.5
31.~38.5
Figuur 1 - Schaal van Beaufort
hoorn klinkt constant en het lampje van de overbelas-
ting brandt bij de bovenste en onderste bedieningen.
Het systeem blijft in de foutstand totdat de overbe-
lasting van het platform wordt verwijderd en de nood-
stopknop of startschakelaar aan- en uitgezet wordt,
waardoor het systeem gereset wordt. Dan worden de
machinefuncties weer hervat.
Het noodsysteem is alleen om in geval van nood
te dalen en in te trekken. Hoe lang de pomp be-
diend kan worden is afhankelijk van de capaciteit
van de accu. Gebruik dit systeem niet bij normaal
gebruik.
Als het waarnemingssysteem voor de platformoverbe-
lasting tijdens bedrijf van de machine is geactiveerd, of
als het systeem in de foutstand staat en niet gereset
kan worden, kan het noodsysteem nog steeds gebruikt
worden om de machine te laten werken.
Het hoogwerkerplatform kan kantelen als het insta-
biel wordt. Overlijden of ernstig letsel kunnen het
gevolg zijn van een gekanteld platform. Overschrijd
de capaciteitswaardes niet. Deze staan vermeld op
een plaat op het platform.
Het waarnemingssysteem voor overbelasting is niet
actief als de machine rijdt met de gieken in de inge-
trokken positie. Zo kan de machine rijden zonder dat
het systeem een overbelasting waarneemt vanwege
oneffen terrein.
Om herhaalde activering van het systeem tijdens ge-
bruik te voorkomen, is er een vertraging van vijf secon-
den bij de machinefuncties, na:
het starten van de motor;
het plaatsen van de aandrijf/giekschakelaar in de
giekpositie als de hoofdgiek onder horizontaal en
volledig ingetrokken is;
het verwijderen van overtollige belasting van het
platform.

Schaal van Beaufort

Gebruik de machine nooit als de windsnelheden groter
zijn dan 12,5 m/s (kracht 6 op schaal van Beaufort) Zie
fi guur 1.
mijl/u
Papiertjes en dunne takjes bewegen, vlaggen wapperen.
Stof dwarrelt, papiertjes komen los van de grond en kleine takjes
bewegen.
Struiken met bladeren bewegen heen en weer. In vijvers of sloten zijn
golfjes te zien.
Boomtakken bewegen. Stroomleidingen fl uiten. Het is moeilijk een
paraplu te openen.
Hele bomen bewegen heen en weer. Het is moeilijk om tegen de wind
in te lopen.
Speciale beperkingen
A
Let op
A
Gevaar
GRONDCONDITIES
5

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis