Overmax X-bee drone 9.5 fold Bedienungsanleitung Seite 91

LET OP!
•
Zorg ervoor dat het GPS-signaal sterk is (minimaal 7 satellieten) en dat de vlucht in een veilig
gebied plaatsvindt.
•
Kalibreer het kompas niet in een sterk magnetisch veld.
•
Draag geen magnetische voorwerpen op zak (bijv. sleutels, telefoons).
•
Houd tijdens het kalibreren afstand van grote metalen voorwerpen.
Vergrendelen en ontgrendelen van de drone
Om de drone te ontgrendelen, drukt u kort op de vergrendelknop ( ). De motoren gaan aan en
de drone wordt ontgrendeld (afb. 34).
Er zijn twee manieren om de drone te vergrendelen:
1.
Zodra de drone op de grond is geland, houdt u de sticks ongeveer 3 seconden naar beneden
gericht. De motoren zullen uitschakelen en de drone zal vergrendeld worden.
2.
De drone schakelt zichzelf uit als er gedurende 15 seconden na het ontgrendelen geen
handeling wordt uitgevoerd.
LET OP! Zet de motoren van de drone niet uit met de knop
beginnen te vallen.
Noodstop:
Als de drone zich op niet meer dan 15 meter afstand bevindt en minder dan 5 m vliegt, houdt u de
vergrendelknop ingedrukt ( ) gedurende ongeveer 3 seconden. De motoren worden uitgeschakeld
en de drone wordt vergrendeld. Gebruik deze optie niet tijdens een normale vlucht. Deze manier
van vergrendelen is voorbehouden voor noodsituaties!
Drone besturing
De drone wordt bestuurd met de sticks op de controller, zoals hieronder beschreven. De
afbeeldingen tonen de indeling van de sticks in de standaard besturingsmodus 2.
Afb. 35
Afb. 36
Test vlucht
Volg deze stappen om te controleren of de drone correct werkt.
1.
Plaats de drone in een open ruimte, zodat zowel de voorkant van de drone als de gebruiker
in dezelfde richting kijken.
2.
Zet de drone en controller aan.
3.
Sluit de controller aan op de drone. Voer de initialisatieprocedure voor het apparaat uit.
tijdens het vliegen, de drone zal
A – Stijgen en dalen
B – Voorwaartse en achterwaartse vlucht
A – Naar rechts en links draaien
B – Vlucht naar links en rechts
NL