Overmax X-bee drone 9.5 fold Bedienungsanleitung Seite 90

Aanzetten van de drone en aansluiten van de controller
1.
Houd de vergrendeltoets ingedrukt ( ), en zet vervolgens de controller aan door op
de schakelaar te drukken (afb. 28). De controller zal piepen. De signaalindicator op
het beeldscherm begint te knipperen. Dit betekent dat de controller klaar is voor het
koppelingsproces met de drone.
2.
Zet de drone aan door de aan/uit-schakelaar drie seconden ingedrukt te houden (afb.
29). De drone zal piepen en de achterste LED zal oplichten. De signaalindicator op het
beeldscherm stopt met knipperen - dit geeft aan dat het koppelingsproces voltooid is.
Het aansluiten van de controller op de drone gebeurt eenmalig en is niet nodig voor het volgende
gebruik. Het koppelen van de controller aan de drone kan alleen plaatsvinden als de controller
niet is verbonden met een andere drone. Als er verschillende eenheden van drone en controller
op één plaats zijn, moet de koppelingsprocedure beurtelings op elke set worden uitgevoerd om
foutieve koppeling te voorkomen.
Gyroscoop kalibratie
NL
Let op: de drone is al eerder gekalibreerd. Er is geen noodzaak om opnieuw te kalibreren, tenzij
de drone een probleem heeft bij het opstijgen.
Zodra de drone op de controller is aangesloten, plaatst u hem op een plat en horizontaal oppervlak
en richt u beide sticks op de controller naar de linkerbenedenhoek (afb. 30). Wanneer de LED
stopt met snel knipperen, geeft dit aan dat de kalibratie voltooid is.
Kompas kalibratie
LET OP: Kompas kalibratie moet worden uitgevoerd na gyroscoopkalibratie. De kalibratie moet
voor elke vlucht worden uitgevoerd en ook na het vervangen van de batterij door een nieuwe of
het plaatsen van de batterij in het product.
Bij het uit- en inschakelen gaat de drone automatisch over op de kalibratiemodus van het kompas.
Om de kompaskalibratiemodus te openen, richt u beide sticks op de controller naar de
rechterbenedenhoek (afb. 31).
1. Horizontale kalibratie
De LED achteraan in de horizontale kalibratiemodus knippert afwisselend geel. Houd de drone
vast en draai horizontaal ongeveer drie keer rond zijn as. Zodra de kalibratie correct is uitgevoerd,
zal de LED groen knipperen (afb. 32).
2. Verticale kalibratie
Houd de drone verticaal (camera omhoog) en draai hem ongeveer drie keer rond zijn as. Na de
correcte kalibratie zal de LED continu branden (afb. 33).