Na De Werkzaamheden; Vervoeren; Opslaan; Reinigen - Stihl SGA 85 Gebrauchsanleitung

13 Na de werkzaamheden

Volle straal (A) instellen
► De spuitmond tot aan de aanslag linksom
draaien.
Puntstraal (B) instellen
► De spuitmond één volledige slag rechtsom
draaien.
13 Na de werkzaamheden
13.1 Na de werkzaamheden
► Handspuit uitschakelen en de accu eruit
nemen.
► Schakelhendel van het spuitpistool indrukken.
De druk wordt afgebouwd.
► Het reservoir op een goed geventileerde
plaats legen.
► Het reservoir met schoon water uitspoelen.
► Reservoir met schoon water vullen.
► Accu aanbrengen en handspuit inschakelen.
► Schakelhendel van het spuitpistool indrukken.
Net zolang spuiten tot het water volledig uit de
slang, het pistool en de spuitlans is gespoeld.
► Handspuit uitschakelen en de accu eruit
nemen.
► Schakelhendel van het spuitpistool indrukken.
De druk wordt afgebouwd.
► Sproeier en spuitlans wegnemen en schoon‐
maken.
► Spuitpistool loskoppelen en het resterende
water uit het spuitpistool laten stromen.
► Handspuit reinigen.
► Filter reinigen.
► Sproeier schoonmaken.
► Handspuit laten drogen.

14 Vervoeren

14.1 Plantenspuit vervoeren
► De plantenspuit uitschakelen, de blokkeerhen‐
del in de stand schuiven en de accu eruit
halen.
► Het reservoir legen.
► De plantenspuit aan de transporthandgreep of
op de rug dragen.
0458-600-9621-C
► Als de plantenspuit in een voertuig wordt ver‐
voerd: de plantenspuit rechtopstaand zo bor‐
gen dat deze niet kan vallen en verschuiven.

15 Opslaan

15.1 Handspuit opslaan
► Handspuit uitschakelen en de accu eruit
nemen.
► Handspuit zo opslaan, dat aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
– De handspuit bevindt zich buiten het bereik
van kinderen.
– De handspuit is gespoeld met schoon
water.
– De handspuit is schoon en droog.
– De handspuit staat bloot aan temperaturen
boven de 0 °C.
– De handspuit is beschermd tegen direct
zonlicht.
► Spuitinrichting opbergen in de houders (1) op
de handspuit.

16 Reinigen

16.1 Plantenspuit reinigen
► De plantenspuit uitschakelen en de accu ver‐
wijderen.
► De plantenspuit en de draagriemen met een
vochtige doek reinigen.
► De ventilatiesleuven met een kwast reinigen.
► Vreemde voorwerpen uit de accuschacht ver‐
wijderen en de accuschacht met een vochtige
doek reinigen.
► Elektrische contacten in de accuschacht met
een kwast of een zachte borstel reinigen.
► Als de bodemplaat verontreinigd is: de bodem‐
plaat met een vochtige doek of een zachte
borstel reinigen.
16.2 Filter reinigen
► De plantenspuit uitschakelen en de accu ver‐
wijderen.
Nederlands
1
1
95