Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Brandstoffen En Bijtanken; Ingebruikneming - Makita DCS 330 TH Betriebsanweisung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Brandstoffen en bijtanken

-
Zet de motor uit als u de kettingzaag bijtankt.
-
Rook niet en tank niet bij in de buurt van een open vuur (5).
-
Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
-
Brandstoffen kunnen oplosmiddelen bevatten. Huid- en oogcontact met
minerale oliën moet vermeden worden. Tijdens het bijtanken moet u steeds
beschermende handschoenen dragen. Zorg ervoor dat u uw beschermende
kleding regelmatig vervangt. Adem geen brandstofdampen in.
-
Mors geen brandstof of kettingolie. Als u toch brandstof of olie gemorst
heeft, dan moet u de kettingzaag onmiddellijk schoonmaken. Zorg dat er
geen brandstof op uw kleding terechtkomt. Als dat toch gebeurd is, kleed
u dan onmiddellijk om.
-
Zorg ervoor dat er geen brandstof of kettingolie in de grond wegloopt
(bescherming van het milieu). Zorg dat u een passend reservoir beschikbaar
heeft.
-
Het bijtanken in een gesloten ruimte is niet toegestaan. De brandstofdampen
verzamelen zich bij de bodem waardoor er explosiegevaar ontstaat.
-
Sluit de doppen van brandstof- en olietank goed af na het bijtanken.
-
Start de kettingzaag niet op dezelfde plaats waar u getankt heeft. Doe dit
op een plaats die tenminste 3 meter verwijderd is van de plaats van
bijtanken (6).
-
Brandstoffen zijn maar beperkt houdbaar. Koop daarom nooit meer dan uw
geschatte verbruik voor een redelijke periode.
-
Vervoer en bewaar de brandstof en de kettingolie alleen in goedgekeurde
en gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof en kettingolie buiten het bereik
van kinderen op.

Ingebruikneming

-
Zorg ervoor dat u nooit alleen werkt. In geval van nood moet er
iemand in de buurt zijn.
-
Zorg er ook voor dat er zich geen kinderen of andere personen binnen het
werkbereik van de kettingzaag bevinden. Let ook op dat er zich geen
dieren binnen het werkbereik ophouden (7).
-
Voordat u met werken begint moet u nagaan of de kettingzaag goed
functioneert en of alles conform is met de veiligheidsvoorschriften.
Ga na of de kettingrem goed remt, of de zaaggeleider juist gemonteerd is,
of de zaagketting volgens voorschrift geslepen en gespannen is, of de
bescherming van de kettingwielkast stevig vastzit, of de gashendel soepel
beweegt en of de sperknop het doet, of de handgrepen droog en schoon
zijn en of de start-/stopschakelaar functioneert.
-
De kettingzaag mag nooit in gebruik genomen worden voordat alles wat
erbij hoort op de voorgeschreven wijze gemonteerd is.
-
Voordat u begint met zagen moet u zich ervan vergewissen dat u een
stabiele houding ingenomen heeft.
-
Start de kettingzaag zoals het in deze handleiding (8) beschreven wordt.
Het is verboden om de machine op een andere manier, dan deze
beschreven in deze handleiding, te starten.
-
Om de kettingzaag te starten moet de machine goed en stevig ondersteund
vastgehouden worden. De ketting moeten helemaal vrij kunnen lopen en
de zaaggeleider mag geen contact hebben met eender welk voorwerp.
-
Tijdens het zagen moet u de kettingzaag met beide handen stevig
vasthouden. U doet dit door tijdens het zagen de remhendelgreep in de
rechterhand en de beugelgreep in de linkerhand te nemen. Houd de
handgrepen stevig vast en houd de duimen eromheen in de richting van de
vingers. Het werken met één hand is uiterst gevaarlijk. De zaag kan dan
namelijk op het ogenblik dat een tak doorgezaagd is, vrijdraaiend
doorzwaaien waarbij het gevaar van zware verwondingen voor de hand
ligt. Overigens is het niet mogelijk om het altijd aanwezige gevaar van
terugslag („Kickback") met één hand op te vangen.
-
OPPASSEN: Als u de gashendel loslaat, dan loopt de ketting nog
enige tijd vrij door.
-
Vergewis u ervan dat u stevig op beide voeten staat.
-
Zorg er ook voor dat u geen uitlaatgassen moet inademen tijdens het zagen.
Het werken in niet geventileerde ruimten houdt vergiftigingsgevaar in.
-
Zet de kettingzaag onmiddellijk uit als u een verdachte verandering
merkt in het machinegedrag.
-
Als u de kettingspanning controleert, naspant, de ketting vervangt of
als u storingen (9) opspoort zet dan altijd eerst de motor uit.
-
Als de kettingzaag onverwacht met harde voorwerpen in aanraking gekomen
is (stenen, spijkers, etc.) , dan moet u de motor onmiddellijk uitzetten om
vervolgens na te gaan of er schade ontstaan is aan het apparaat.
-
Als het werk onderbroken wordt, dan moet u de kettingzaag uitzetten (9)
voordat u die achterlaat. U moet de kettingzaag op een dusdanige manier
opbergen dat niemand gevaar kan lopen.
-
Laat de warme kettingzaag nooit in droog gras of op een brandbare
ondergrond achter. De motoruitlaat is nl. zeer heet en deze kan gemakkelijk
aanleiding geven tot brand.
-
OPPASSEN: Nadat de kettingzaag uitgezet is kan er olie van de ketting en
zaaggeleider druppelen met als gevolg bodemverontreiniging. Zorg voor
een gepaste opvangmogelijkheid.
5
6
7
8
Onderhoud
Bijtanken
Zaagketting slijpen
9
3 meter
Afzetten van de arbet
Transport
Bij het opbergen
57

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis