TRIP 1 und 2
In den Konfigurationen TRIP1 und 2 wer-
den die Angaben über die Teilstrecken 1
und 2 angezeigt.
Zur Auswahl der Konfiguration TRIP 1
oder TRIP 2:
•
Den Wählschalter (1) auf die
Position stellen, die der TRIP-
02_08
Konfiguration entspricht, die an-
gezeigt werden soll.
Im unteren Bereich C am Display wird,
unabhängig vom ausgewählten TRIP,
der Totalisator (KILOMETERZÄHLER)
angezeigt. Die Angabe der Konfiguration
ist im Bereich F angegeben, im mittleren
Bereich D wird ständig die zurückgelegte
Teildistanz angezeigt und im Bereich E
können wahlweise folgende Angaben vi-
sualisiert werden:
- TAGESFAHRZEIT;
- STRECKENVERBRAUCH;
- ISTVERBRAUCH;
- HÖCHSTGESCHWINDIGKEIT;
-
DURCHSCHNITTSGESCHWINDIG-
KEIT;
Die Daten können durch kurzes Drücken
des SET-Schalters (2) in Sequenz aus-
gewählt werden.
Um alle Teilwerte des ausgewählten
TRIPs zu nullen
28
TRIP 1 en 2
In de TRIP1 en 2 configuraties worden de
gegevens in verband met de partiëlen
van reis 1 en 2 getoond.
Om de configuraties TRIP 1 of TRIP 2 te
selecteren, handelt men als volgt:
•
Plaats de schakelaar (1) in de
positie overeenkomstig met de
TRIP configuratie die men wil vi-
sualiseren.
In de onderste zone C van het display
wordt, onafhankelijk van de geselecteer-
de TRIP, de totalisator (HODOGRAM)
gevisualiseerd, de aanduiding van de
configuratie wordt aangeduid in zone F,
in de centrale zone D wordt voortdurend
de partieel afgelegde afstand gevisuali-
seerd, en zone E kan volgens keuze de
volgende gegevens visualiseren:
- TIJDSDUUR;
- VERBRUIK TIJDENS DE REIS;
- ONMIDDELLIJK VERBRUIK;
- MAXIMUM SNELHEID;
- GEMIDDELDE SNELHEID;
De gegevens kunnen in sequentie gese-
lecteerd worden, door eventjes op de
drukknop SET (2) te drukken.
Voor het op nul stellen van de partiëlen
van de geselecteerde TRIP
•
Druk lang op de drukknop SET
(2).