Endress+Hauser micropilot FMR 231 E Sicherheitshinweise Seite 26

nl
XA 016F-A
Tabel 1
Zone 1 - toepassing
Temperatuurklasse Temperatuur van de explosiegevaarlijke atmosfeer*
T6
T6
T5
T5
T4
T4
T3, T2, T1
T3, T2, T1
)
* PVDF-procesaansluiting en PPS-antenne: beperkt temperatuurbereik
Veiligheidsinstructies Zone 0:
8) Explosiegevaarlijke damp-/luchtmengsels mogen alleen onder atmosferische omstandigheden optreden:
Wanneer er geen explosiegevaarlijke mengsels aanwezig zijn of wanneer er extra maatregelen conform EN 1127-1 zijn
getroffen dan mogen de instrumenten ook buiten de atmosferische voorwaarden conform de specificaties van de
leverancier worden gebruikt.
9) De antennes mogen alleen in media worden geplaatst waartegen alle toegepaste materialen voldoende bestendig zijn.
10) Door de constructie van het meetinstrument is een extra overspanningsbeveiliging voor installaties, die conform bijv.
TRbF 100 Nr. 8 (BRD: nationale richtlijn) tegen ontstekingsbevaar door bliksembeveiliging moeten worden beschermd,
niet nodig.
11) Bijbehorende bedrijfsmiddelen met galvanische scheiding tussen instrinsiekveilige en niet-intrinsiekveilige circuits
verdienen de voorkeur.
Tabel 2
Zone 0 - toepassing
Temperatuurklasse Temperatuur van de explosiegevaarlijke atmosfeer
T6
T6
T5
T4, T3, T2, T1
XA 016F-A/00/nl/12.99
52001201
CCS/CV5
(antenne in zone 1)
–40...+ 80 °C
–40...+ 50 °C
–40...+ 95 °C
–40...+ 65 °C
–40...+130 °C
–40...+ 80 °C
–40...+150 °C
–40...+ 80 °C
–20 °C ≤ T ≤ +60 °C
0,8 bar ≤ p ≤ 1,1 bar
(antenne in zone 0) zie punt 8
–20...+60 °C
–20...+50 °C
–20...+60 °C
–20...+60 °C
)
Omgevingstemperatuur
(elektronicabehuizing / elektronicabehuizing in zone 1)
–40...+40 °C
–40...+50 °C
–40...+55 °C
–40...+65 °C
–40...+65 °C
–40...+80 °C
–40...+55 °C
–40...+80 °C
Omgevingstemperatuur
(elektronicabehuizing / elektronicabehuizing in zone 1)
–40...+40 °C
–40...+50 °C
–40...+65 °C
–40...+80 °C
Micropilot FMR 231E
52001201