7.5. Deurvakken verwijderen en terugplaatsen
Om een deurvak te verwijderen, tilt u het uit de deurvakgeleider.
Om een deurvak terug te plaatsen, schuift u het deurvak van boven naar bene-
den op de geleider tot het vastzit.
8. De koelkast bedienen
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact. De lokale netspanning moet
overeenkomen met de technische gegevens van het apparaat.
Draai de thermostaatregelaar in de stand 1– 7.
Het apparaat en de binnenverlichting gaan aan.
Geluiden zoals kraken, zoemen of borrelen worden veroorzaakt door
het uitzetten en krimpen van de constructie-elementen als gevolg van
temperatuurschommelingen en/of door het werken van de compressor
en betekenen niet dat het apparaat niet in orde is.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Schade aan het apparaat door een verkeerde behande-
ling van kwetsbare oppervlakken.
De kunststof onderdelen en de deurafdichting mo-
gen niet in aanraking komen met olie en vet omdat
de oppervlakken hierdoor poreus en broos kunnen
worden.
8.1. Apparaat uitschakelen
Om de stroomvoorziening van het apparaat volledig te onderbreken, zet u de
thermostaatregelaar op de stand 0 en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Wacht circa tien minuten voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
8.2. Temperatuurregeling
Bij instelling van de thermostaatregelaar in een van de mogelijke keuzestanden
wordt de temperatuur in het koelgedeelte automatisch geregeld.
De thermostaatregelaar kan in acht verschillende standen worden gezet:
100