Herunterladen Diese Seite drucken

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 168
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING: Lees de volgende
waarschuwingen voordat u het product gaat
gebruiken.
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide,
een geurloos, giftig en uiterst gevaarlijk gas. Start de
motor nooit binnenshuis of in gesloten ruimten.
Voordat u het onderhoud van het product uitvoert,
zet u de motor uit en verwijdert u de
ontstekingskabel van de bougie.
Draag veiligheidshandschoenen wanneer u
onderhoud aan de messen verricht. De messen zijn
zeer scherp en kunnen gemakkelijk snijwonden
veroorzaken.
WAARSCHUWING: Zorg dat u het
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het apparaat monteert.
De handgrepen installeren
1. Verwijder de 4 M8x25-flensbouten (A) uit de
behuizing.
2. Gebruik de 4 M8x25-flensbouten (A), de 4
veerafstandsstukken (B) en de 4 vlakke
afstandsstukken (C).
3. Monteer de onderste handgreep (D) in de 2 gaten
aan weerszijden van de behuizing. (Fig. 25)
4. Gebruik de 3 M8x50-borgbouten (A), de 3
afstandsstukken (B), de 3 hendelknoppen (C) en de
3 borgmoeren (D).
5. Monteer de bovenste handgreep met het
bedieningspaneel (E) op de onderste handgreep.
(Fig. 26)
De uitworptrechter monteren
1. Verwijder de roterende schijf (B) en de 6
zeskantflensbouten (D) uit de behuizing.
2. Bevestig de roterende schijf (B) en de
uitworptrechter (A) op de voet van de trechter met
behulp van 3 limiteerblokken (C).
3. Gebruik 6 zeskantflensbouten (D) en 6 borgmoeren
(E) om de limiteerblokken (C) vast te zetten. (Fig.
27)
De uitworprotor monteren
1. Monteer de voorzijde van de uitworprotor.
2. Installeer de kunststof bus (B) op de voorzijde van
de uitworprotor.
3. Bevestig de uitworprotor met 1 vlak afstandsstuk (A)
en 1 borgpen (C). (Fig. 28)
108
Accessoires en wijzigingen aan het product die niet
zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden
tot ernstig letsel of overlijden. Breng geen
wijzigingen aan het product aan. Gebruik alleen
accessoires die zijn goedgekeurd door de fabrikant.
Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt
uitgevoerd, neemt de kans op letsel of schade aan
het product toe.
Voer alleen onderhoud uit zoals beschreven in deze
bedieningshandleiding. Alle overige
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats.
Laat een erkende servicewerkplaats regelmatig
onderhoud aan het product uitvoeren.
Vervang beschadigde, versleten of defecte
onderdelen.

Montage

4. Monteer de achterzijde van de uitworprotor.
5. Gebruik 1 borgmoer M8 (A), 1 kunststof
vergrendelknop (B), 2 gebogen afstandsstukken (C)
en 1 niveauschroef (D) om de uitworprotor te
monteren.
6. Gebruik 1 zeskantmoer M8 (E) om de uitworprotor
(F) in de gaten van de handgreep te bevestigen.
(Fig. 29)
De besturingsstang voor de rijsnelheid
monteren
1. Monteer het lange gebogen uiteinde van de
besturingsstang voor de rijsnelheid (A) op het
bedieningspaneel en bevestig het met 1
verbindingsstangveer (B), 1 vlak afstandsstuk (C) en
1 splitpen (D). (Fig. 30)
2. Trek de schakelverbindingsplaat (B) omhoog en
monteer het korte gebogen uiteinde van de
besturingsstang voor de rijsnelheid (A). Bevestig de
besturingsstang voor de rijsnelheid (A) met 1 vlak
afstandsstuk (C) en 1 splitpen (D). (Fig. 31)
3. Pas indien nodig de lengte van de besturingsstang
voor de rijsnelheid aan. Draai de borgmoeren van de
schroefspanner los en draai de schroefspanner rond.
Draai de schroefspanner weer vast in de
oorspronkelijke positie voor de juiste
snelheidsregeling. De oorspronkelijke positie is
gemarkeerd op de schroefdraad. (Fig. 32)
De vijzel- en aandrijfkabels monteren
1. Verwijder de 2 kabelschroefbouten (B) van de kabels
(D).
2. Bevestig de 2 kabelschroefbouten (B) in de gaten in
de linker en rechter handgrepen (A). (Fig. 33)
3. Bevestig de kabels (D) aan de kabelschroefbouten
(B).
1272 - 005 - 16.06.2020

Werbung

loading