Wilo Drain TM 25/6 A Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 22

Nederlands
5. 3 Leveringsomvang
Iedere pomp wordt met
• 5/10 m voedingskabel,
• randaardestekker,
• aangesloten vlotterschakelaar („TM...-A"),
• slangaansluiting (stapsgewijs Ø 20, 25 mm, R1"),
• koppeling (Rp 1 / Rp 1¼) met geintegreerde
terugslagklep,
• inbouw- en bedieningsvoorschriften
geleverd.
5. 4 Toebehoren
De toebehoren moeten afzonderlijk worden
besteld (zie catalogus)
6 Beschrijving en werking
6. 1 Beschrijving van de pomp (fig. 2)
Pos. Bouwdeelbeschrijving
1 Huis
2 Stator (wikkeling)
3 Greep
4 Plaatschroef
5 O-ring
6 Plaatschroef
7 Asafdichting
8 Mechanische asafdichting
9 O-ring
10 Afdekplaat
11 Afdichtingshuis
12 Bout
13 Pakking
14 O-ring
15 Asafdichtring
16 O-ring
17 Pomphuis
18 Afstandsring
19 Waaier
20 Zuigkorf
21 Ring
22 Veerring
23 Moer
25 Voedingskabel
26 Slangtule Ø 20, 25 mm
27 Pakking
28 Vlotterschakelaar
29 Koppeling
30 Terugslagklep
31 Terugslagklep bevestiging
De pomp kan compleet in het te verpompen
medium worden gedompeld. Het huis van de
dompelpomp is gemaakt van kunststof. De elek-
tromotor is t.o.v. de pompruimte via een asaf-
dichtring voor de afdichting motor tegen
olieruimte beschermd en met een mechanische
asafdichting voor de afdichting olieruimte tegen
water. Om te zorgen dat de mechanische asaf-
dichting bij droogloop wordt gesmeerd en
gekoeld, is de mechanische asafdichtingskamer
met olie gevuld.
20
De motor wordt door het omgevende medium
gekoeld.
De motor is met een geïntegreerde motorbeveili-
ging uitgerust, die bij overbelasting afschakelt en
na afkoeling automatisch weer inschakelt.
De pomp wordt op de bodem van een schacht
opgesteld. Deze wordt bij een stationaire opstel-
ling op een vaste persleiding gekoppeld of bij een
transportabele opstelling op een slangkoppeling.
De pompen worden in bedrijf genomen door de
randaardestekker in de contactdoos te plaatsen.
Wanneer de vuilwaterleiding niet mag worden
onderbroken, verhoogt een 2e pomp (automati-
sche reservepomp) in combinatie met een scha-
kelapparaat (toebehoren) de functionele
veiligheid bij storing van de 1e pomp.
6. 2 Functies van de pomp
Pomp met vlotterschakelaar:
De pompen „TM...-A" (fig. 1) werken automatisch,
doordat een vlotterschakelaar via de vrije kabel-
lengte vanaf een bepaald waterpeil de pomp
inschakelt en bij een minimaal waterpeil weer uit-
schakelt.
Pomp zonder vlotterschakelaar:
De uitvoeringen zonder vlotterschakelaar zijn
geschikt voor een externe in-/uitschakeling, bij-
voorbeeld via een schakelapparaat (toebehoren).
Vlakafzuiging tot 5 mm (Fig. 1).
7 Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Ondeskundige installatie en onjuiste elektrische
aansluiting kunnen levensgevaarlijk zijn.
• Installatie en elektrische aansluiting alleen door
vakkundig personeel en conform de geldende
voorschriften laten uitvoeren!
• Voorschriften voor ongevalspreventie aanhou-
den!
7. 1 Installatie
De pomp is geschikt voor stationaire of transpor-
tabele opstelling.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
behandeling.
Pomp met behulp van een ketting of een kabel
aan de handgreep inhangen, nooit de elektrische
of vlotterkabel gebruiken of de leiding-/slang-
aansluiting.
De opstellingslocatie en de schacht voor de pomp
moeten vorstvrij zijn.
De schacht moet het ongehinderd bewegen van
de vlotterschakelaar („TM...-A") absoluut waar-
borgen.
De diameter van de persleiding (leiding-/slang-
aansluiting) mag niet kleiner zijn dan de persaan-
sluiting van de pomp. Ter voorkoming van
drukverliezen de leidingaansluiting één maat
groter kiezen.
WILO AG 10/2006