Mark COLDSTREAM Technisches Handbuch Seite 79

snelheid totdat deze de ingestelde temperatuurwaarde bereikt. Wanneer de temperatuur is bereikt,
gaat de ventilator op lagere snelheid. Als de temperatuur stijgt, gaat de ventilator op hogere snelheid.
De ventilator gaat verder zoals eerder beschreven.
6.2.7 Operationele fouten
Als tijdens normaal gebruik van uw koeleenheid de "EA"-code op het bedieningspaneel verschijnt, is
de kans groot dat vuil zich rond de afvoerklep heeft opgehoopt (bijv. bladeren)
en het de volledige afvoer van water niet toelaat of het kan de niveauschakelaar zijn die niet goed
werkt. Het foutsignaal kan worden gereset door de machine uit te schakelen. Als na het opnieuw
inschakelen van de machine het signaal na ongeveer 1 minuut opnieuw verschijnt, blijft er een
technisch probleem bestaan, dus is het beter om contact op te nemen met de installateur of met
Mark Climate Technology. Als er tijdens normaal gebruik van uw koeleenheid continu water door de
overloopgaten druppelt, is de kans groot dat de niveauschakelaar niet goed werkt. Neem contact op
met de installateur of met de servicedienst. In beide gevallen is het het beste om de installatie uit te
schakelen, de elektrische stroom af te sluiten, de waterkraan te sluiten, contact op te nemen met de
installateur die de installatie heeft gebouwd of met een gecertificeerd technisch servicecentrum.
6.2.8 Bus systeem
Comfortlijnmodellen hebben een ingebouwde printplaat die het mogelijk maakt om een BUS-
systeemverbinding te hebben genaamd CBS of een enkel commandobeheersysteem genaamd CABS.
Het CBS-systeem kan worden bestuurd door een P.C. en kan maximaal 58 eenheden beheren. Het
CABS-systeem kan groepen van 5 eenheden beheren die met één opdracht op afstand worden
bestuurd. Het is mogelijk om deze systemen te laten implementeren, zelfs nadat het koelsysteem is
geïnstalleerd. Neem voor meer informatie contact op met Mark Climate Technology.
7.0 Onderhoud
We raden aan om het systeem jaarlijks te onderhouden om het in perfecte gebruiksomstandigheden
te houden. Voordat de machine wordt opgestart, moet de apparatuur worden gecontroleerd om
er zeker van te zijn dat deze correct werkt, zodat eventueel onderhoud of reparaties nodig kunnen
worden uitgevoerd vóór het werkseizoen van de unit.
7.1 Einde seizoenonderhoud
• Schakel de stroominvoer uit met behulp van de hoofdschakelaar.
• Sluit de watertoevoer. Maak de watertoevoerinstallatie leeg om barsten door ijsvorming te
voorkomen.
• Haal de bovenkant van de machine eraf.
• Controleer of de waterwegen schoon zijn en of er geen obstructies zijn in de watertoevoer en
de -verdeler in het bovenste deel van de unit. Reinig al het vuil in de waterpomp.
• Maak de tank van de unit volledig schoon. Gebruik een mild schoonmaakmiddel en geen
oplosmiddel, omdat dit kan reageren met plastic materialen.
• Vervang en bevestig de bovenkant van de machine met behulp van de meegeleverde bouten.
• Breng de beschermkap op de machine aan en zorg ervoor dat deze geen gaten of beschadigingen
heeft. Als er schade wordt vastgesteld, repareer dan de kap of vervang deze.
Het is zeer belangrijk dat de beschermingkap wordt aangebracht op de verdampingskoeler
!
aan het einde van het seizoen om te voorkomen dat de machine wordt beschadigd tijdens de
braakleggingsperiode door klimatologische factoren; smog, zure regen, ijs, etc.
NL
79